‘In het dialect van mijn dorp werd gezegd: der Wind GEHT (de wind gaat). In het Hoogduits dat op school werd gesproken werd gezegd: der Wind WEHT (de wind waait). En ik als zevenjarige hoorde daar WEH (pijn) in en dacht dat de wind zich pijn deed. En in het Roemeens werd gezegd: vîntul bate, de wind SLAAT. Als je 'slaat' zei hoorde je meteen het geluid van de beweging, en dan deed de wind niet zichzelf maar anderen pijn. Even verschillend als het waaien is ook het ophouden van de wind. In het Duits is dat: der Wind hat sich GELEGT (de wind is gaat liggen) – dat is plat en horizontaal. Maar in het Roemeens is het: vîntul a stat, de wind is BLIJVEN STAAN. Dat is steil en verticaal. Het voorbeeld van de wind is maar een van de voortdurende veschuivingen die tussen talen bij één en hetzelfde feit plaatsvinden. Bijna elke zin is een andere blik. Het Roemeens keek net zo anders naar de wereld als zijn woorden anders waren. Ook anders opgenomen in het net van de grammatica.
Lelie, crin, is in het Roemeens mannelijk en in het Duits vrouwelijk. Natuurlijk kijkt de Duitse lelie je anders aan dan de Roemeense. In het Duits heb je met een leliedame, in het Roemeens met een heer te maken. Als je beide visies kent, verenigen ze zich in je hoofd. De vrouwelijke en de mannelijke blik zijn opengebroken, in de lelie dansen een vrouw en een man samen. Het voorwerp voert in zichzelf een klein spektakel op omdat het zichzelf niet meer zo goed kent. Wat wordt de lelie in twee gelijktijdig lopende talen? Een vrouwenneus in een mannengezicht, een groenachtig lang gehemelte of een witte handschoen of kraag. Ruikt de lelie naar komen en gaan of naar lang blijven? De afgesloten lelie van de twee talen is door de ontmoeting tussen twee meningen over de lelie in een raadselachtig, eindeloos gebeuren veranderd. Een lelie met een dubbele bodem is altijd onrustig in je hoofd en zegt dus voortdurend iets onverwachts over zichzelf en de wereld. Je ziet er meer in dan in de eentalige lelie.’
De koning buigt, de koning moordt, Herta Müller; p. 36.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
//
quoi?
ada limón
adrienne rich
ali smith
alice notley
alice oswald
anne boyer
anne brontë
anne carson
anne truitt
anne vegter
annie dillard
antjie krog
audre lorde
bhanu kapil
carry van bruggen
catherine lacey
cees nooteboom
charlotte brontë
charlotte salomon
chimamanda ngozi adichie
chris kraus
christa wolf
claire messud
claire vaye watkins
clarice lispector
david whyte
deborah levy
durga chew-bose
elif batuman
elizabeth strout
emily brontë
emily dickinson
emily ruskovich
ester naomi perquin
etty hillesum
f. scott fitzgerald
feminisme
fernando pessoa
han kang
helen macdonald
henri bergson
henry david thoreau
hermione lee
herta müller
jan zwicky
janet malcolm
jean rhys
jeanette winterson
jenny offill
jessa crispin
joan didion
john berryman
joke j. hermsen
josefine klougart
kate zambreno
katherine mansfield
kathleen jamie
katja petrowskaja
krista tippett
layli long soldier
leonard koren
leonora carrington
leslie jamison
louise glück
maggie anderson
maggie nelson
marcel proust
margaret atwood
maría gainza
marie darrieussecq
marie howe
marja pruis
mary oliver
mary ruefle
neil astley
olivia laing
patricia de martelaere
paul celan
paula modersohn-becker
poetry
poëzie
rachel cusk
rainer maria rilke
raymond carver
rebecca solnit
robert macfarlane
sara ahmed
sara maitland
seamus heaney
siri hustvedt
stefan zweig
susan sontag
svetlana alexijevitsj
sylvia plath
ta-nehisi coates
teju cole
terry tempest williams
tess gallagher
tjitske jansen
tomas tranströmer
tracy k. smith
valeria luiselli
virginia woolf
vita sackville-west
w.g. sebald
yiyun li
zadie smith
Geen opmerkingen:
Een reactie posten