Er is het idee dat wandelen kan zorgen voor ruimte in je hoofd. Een ruimte voor het laten wortelen van ideeën, en het opmerken van details (verbanden) die anders gemakkelijk genegeerd worden. Wat dan volgen kan: inzichten, wijsheid; een filosofie. Het is alsof onze voeten weten (maar geen behoefte hebben aan erkenning, en de kennis dus maar doorspelen naar boven):
‘‘I can only meditate when I am walking,’ wrote Jean-Jacques Rousseau in the fourth book of his Confessions, ‘when I stop I cease to think; my mind only works with my legs.’ Soren Kierkegaard speculated that the mind might function optimally at the pedestrian pace of three miles per hour, and in a journal entry describes going out for a wander and finding himself ‘so overwhelmed with ideas’ that he ‘could scarcely walk’. Christopher Morley wrote of Wordsworth as ‘employ[ing] his legs as an instrument of philosophy’ and Wordsworth of his own ‘feeling intellect’. Nietzsche was typically absolute on the subject – ‘Only those thoughts which come from walking have any value’ – and Wallace Stevens typically tentative: ‘Perhaps / The Truth depends on a walk around a lake.’ In all of these accounts, walking is not the action by which one arrives at knowledge; it is itself the means of knowing.’ (p. 27)
(Er is ook het idee dat de mens zich spiegelt aan het landschap. Of andersom. Dat het landschap lijkt op de staat van de mens. Maar dat terzijde (want dat is een veel triester verhaal en dit boek gaat daar niet over).)
Robert Macfarlane is, naast zelf vele kilometers te hebben afgelegd, meegereisd met eerdere wayfarers als (onder anderen) Edward Thomas, Walt Whitman, Nan Shepherd: deze wanderaars schreven ooit boeken over hun ervaringen en inzichten, en Macfarlane hecht een grote waarde aan deze slenterboeken. Naast het geven van enkele voorbeelden probeert Macfarlane het zelf ook (hij borduurt zelfs iets verder):
‘I have long been fascinated by how people understand themselves using landscape, by the topographies of self we carry within us and by the maps we make with which to navigate these interior terrains. We think in metaphors drawn from place and sometimes those metaphors do not only adorn our thought, but actively produce it. Landscape, to borrow George Eliot's phrase, can ‘enlarge the imagined range for self to move in’.
As I envisage it, landscape projects into us not like a jetty or peninsula, finite and bounded in its volume and reach, but instead as a kind of sunlight, flickeringly unmappable in its plays yet often quickening and illuminating. We are adept, if occasionally embarrassed, at saying what we make of places — but we are far less good at saying what places make of us. For some time now it has seemed to me that the two questions we should ask of any strong landscape are these: firstly, what do I know when I am in this place that I can know nowhere else? And then, vainly, what does this place know of me that I cannot know of myself?’ (p. 26)
Robert Macfarlane schrijft weinig tot niets over zichzelf. Maar dat wat hij hierboven zegt, is eigenlijk alles. En dus genoeg. Hij geeft namelijk iedere keer weer antwoord op deze vragen. Wat weet ik nu ik hier ben dat ik nergens anders te weten kan komen? Wat weet deze plaats van mij dat ik nog niet over mijzelf weten kan? Het is makkelijk deze vragen te vergeten, ieder hoofdstuk te lezen alsof het enkel ervaringen zijn zonder echte aandachtspunten: Macfarlane schrijft zo subtiel dat je er geen aandacht aan hoeft te schenken, mocht je dat niet waardevol vinden. Maar het is wel interessant, want waar ligt de grens? Op deze manier wordt een beeld geschetst dat zowel symbolisch (een idee) als letterlijk (het beeld) overtuigt.
Het landschap is dus werkelijk een personage, hier. Of gewoon weer zo'n spiegel. Het is niet te scheiden. De mens en zijn natuur, de natuur en zijn mens.
The Old Ways is een prachtig beschreven spiegel. Ook dat nog. Het is zó kraakhelder en stil geschreven dat het rustgevend is. Dit is dan ook een perfect boek om te lezen voor het slapen gaan – wat dan overgeheveld wordt is niets dan wind, bomen, vogels, sterren, de zee. Nieuwe werelden (want: Tibet, Palestina, Spanje, Schotland), nieuwe ideeën. The Old Ways is een (her)ontdekkingsreis voor zowel de schrijver als de lezer.
+ De website van The Library of the Forest, de bibliotheek die Robert Macfarlane bezocht toen hij in Spanje was:
‘Each book records a journey made by walking, and each contains the natural objects and substances gathered along that particular path: seaweed, snakeskin, mica flakes, crystals of quartz, sea beans, lightning-scorched pine timber, the wing of a grey partridge, pillows of moss, worked flint, cubes of pyrite, pollen, resin, acorn cups, the leaves of holm oak, beech, elm.’
Mooie bespreking. Ik heb al veel goeds over dit boek gelezen en heb het nu toch echt op mijn verlanglijst gezet, want als liefhebber van wandelen en landschap én overpeinzingen, lijkt me dit bijna een must!
BeantwoordenVerwijderenhet zou dan een schot in de roos kunnen zijn, absoluut! ik ben erg benieuwd naar zijn andere boeken - dit schijnt het derde deel te zijn in een soort trilogie (maar prima los te lezen). ik denk dat ik wel overstap naar de nederlandse vertaling - er wordt veel in jargon gesproken en dat is in het engels toch wel dubbel zo lastig.
VerwijderenOok ik ben een absolute wandelfan! Heerlijk om even letterlijk en figuurlijk op adem te komen. Dus ik heb echt veel zin om dit boek te lezen. Alvast een eerste voornemen voor het nieuwe jaar!
BeantwoordenVerwijderenook tot gigantische inzichten gekomen tijdens een tocht, of dat nog niet? na jouw bespreking van Nootebooms Santiago te hebben gelezen denk ik dat dit boek jou ook wel zal bekoren. veel plezier alvast, ook voor het nieuwe jaar!
VerwijderenMooie bespreking, helemaal in de stijl van het boek lijkt het wel. Ik heb het ook op mijn lijstje gezet!
BeantwoordenVerwijderendank je! het is echt een cadeautje; de engelse editie bevat prachtige afbeeldingen van oude kaarten als endpaper.
Verwijderen