Steeds vaker krijg ik het gevoel dat we in wezen allemaal in een andere, eigen wereld leven. Ik bedoel niet alleen dat we verschillende reacties hebben in diverse situaties, ik heb het nu meer over het beleven, en in dit geval het vertalen van het beleven naar woorden op papier.
Ooit schreef ik voor mijn nichtje een paar woorden, woorden die zeer uiteenlopende beelden, ideeën, gevoelens kunnen opwekken. Ik wist dat toen. Nu zit het me een beetje dwars. Of, ik denk er veel over na. Ik hoop dat ze er niet te veel over na zal denken, ooit, maar ik kan me niet voorstellen dat er mensen bestaan die woorden niet van alle kanten willen bestuderen. Het is natuurlijk mogelijk dat ze er op latere leeftijd nooit veel aandacht aan zal besteden. Of misschien, en dit hoop ik, zal ze sterk genoeg zijn om te zien dat de duisternis en het licht gewoon familie is, dat de manier waarop je naar iets kijkt kan verschillen en dat je daar zelf iets over te zeggen hebt.
Maar het gevolg heb je niet in de hand.
Nu denk ik: ik kan het woord voor woord uitleggen. Iedere intentie blootleggen. Maar dan verdwijnt de glans van iets dat mysterie zou kunnen zijn. Ik weet niet wat een uitleg precies zegt. Iets op verschillende manieren bekijken, op verschillende manieren zien – die ruimte moet blijven.
Ik hoop, tijdens het schrijven, dat het overkomt. Dat iets overkomt. Niet voor een ander maar, misschien wat egoïstisch, omdat ik hoop een essentie te vangen. Een wanhoop die ik voel en waar ik geen grip op heb. Wederom dat mysterie. Het is egoïstisch omdat het een poging is om mijzelf te begrijpen: wat er in me omgaat, waarom ik bepaalde dingen denk of voel of zeg. Vaak genoeg is het niet eerlijk, en niet logisch – toch is het er.
Hetzelfde (de zoektocht) betreft het lezen. Maar lezen kan gemakkelijker zijn, een ander heeft immers al woorden gezocht, gekozen. Er is een kleine mogelijkheid dat die woorden passen. Vaak verdwijnen alinea's, hoofdstukken, boeken, echter in het niets.
Zo nu en dan kom je een boek tegen dat meer vraagt. Soms merk je dat tijdens het lezen, ik besef me dit regelmatig pas nadat ik het boek al enige tijd uit heb. Twee maanden terug las ik Valse papieren, en nog steeds is het voor mij lastig aan te geven waarom ik het zo'n goed boek vind. Het is, wat dit boek betreft, een chaos in mijn hoofd. Ik heb nog steeds geen idee, desondanks lijk ik er iets over te kunnen schrijven. Ik weet in ieder geval dat ik ervan heb genoten, en dat ik denk dat ik iets in haar boek heb gevonden. Iets waar ik zelf geen woorden meer voor hoef te zoeken.
(Beleving. Essentie.)
Oké. Valse papieren is in principe een verzameling essays, waarvan de schrijfster Valeria Luiselli de hoofdpersoon is. Ze wandelt, fietst, door steden. En achteraf schrijft ze. Over portiers en relingo's en computers, over saudade, en over de graven van aartsvijanden Ezra Pound en Joseph Brodsky. Ze ziet veel, zowel in haar heden als het verleden van haar favoriete schrijvers. Luiselli is woorddronken, schreef iemand ergens. Dit is waar. Ook zij bekijkt ieder woord op alle mogelijke manieren. Ze heeft niet alleen veel gelezen, ze voelt een verbinding met de auteurs van de favorieten, en met de wereld waarin zij ooit leefden. Een wereld die ze dus op een manier delen.
Ik houd van het doorgronden, van het peinzen, het mijmeren van Valeria Luiselli. We zijn zo verschillend, natuurlijk, maar ergens zijn we ook een beetje hetzelfde.
Die verbinding die zij voelt met o.a. Joseph Brodsky, die verbinding voel ik met haar. Of eigenlijk, met haar schrijven. Valse papieren is nog maar haar eerste boek. Luiselli's tweede boek, De Gewichtlozen, zal in het najaar van 2013 verschijnen.
Ter afsluiting, een kleine passage uit Cees Nootebooms zeer lovende voorwoord:
‘Wat is er nu eigenlijk aan de hand in dit boek, wat maakt het zo betoverend, terwijl dat woord niet lijkt te passen bij het soms hoge niveau van abstractie, bij pertinente uitspraken waarbij de lezer, nadat hij zes woorden verder is even pas op de plaats moet maken om terug te lezen: 'Om het graf te vinden dat we zoeken, met de juiste inscriptie, is het zaak zorgvuldig de kneuzingen in het marmer na te lopen.' Het moet de combinatie van onbevangenheid en intelligentie zijn, die elk op hun eigen manier een eigen methode van kijken en schrijven tot gevolg hebben. Je moet goed kunnen kijken om te weten waar je niet bent, want dan pas weet je waar je wel bent [..].’ (p. 12)
+ Vertaler Merijn Verhulst schreef een artikel over het vertalen van Valse papieren, het is erg de moeite waard, alleen al om een idee te krijgen van het werk van zowel schrijfster als vertaler.
Wat heb jij een leuke blog, ik ben je meteen gaan volgen met bloglovin. Hopelijk neem je ook eens een kijkje op mijn blog!
BeantwoordenVerwijderenLiefs
dank! dat is leuk om te horen. ik zal jouw blog zeker ook eens bekijken.
Verwijderen