het een als het ander

      ‘Ze nam een foto van de andere sculptuur van de dubbele helix die het einde van de route markeerde.
      Ze keek naar de foto op haar telefoon en toen weer naar het kunstwerk zelf.
      Het leek op een vrolijke springveer of een op maat gemaakte ladder. Het leek een soort schreeuw, als je zou kunnen zeggen dat een schreeuw naar de hemel ergens op lijkt. Het leek het tegendeel van geschiedenis, hoewel ze op school altijd maar doorgingen over de DNA-geschiedenis, die hier in deze stad geschreven was.
      Wat als de geschiedenis nou eens deze schreeuw was, die opwaarts gerichte springveer, dat wenteltrapgeval, en iedereen het gewoon alleen maar gewend was om iets heel anders met het woord geschiedenis te duiden? Wat als de gevestigde ideeën over geschiedenis bedrieglijk waren?
      Misschien was datgene wat die springveer had teruggeduwd of de opwaartse schreeuw had tegengehouden wel een tegenstander van het ontstaan van zoiets als werkelijke geschiedenis.’ (p. 143-144)

Het een als het ander bestaat uit twee delen. Het heeft twee hoofdpersonen, speelt zich af in twee tijden: George is van nu, zij leeft in de wereld van smartphones; Francesco is een middeleeuwse kunstenaar. Er staat een muur tussen de twee verhalen, maar muren zijn niet altijd even sterk: het kwam mij voor alsof Francesco door de muur sijpelde, en op die manier zomaar een nieuwe tijd bereikte. Zonder zich te herinneringen hoe ze zelf ooit stierf, slaat de kunstenaar George lang gade. Wellicht was het de ‘schreeuw naar de hemel’ die iets teweeg bracht. Helix: Grieks voor twist.

Dit boek is overigens in twee versies gedrukt. Je begint als lezer met het verhaal van George óf Francesco (ik las eerst over George). Het is niet na te gaan of dit invloed heeft op de leeservaring, je leest een boek immers maar een maal voor het eerst. Ik heb het vermoeden dat Ali Smith hiermee een lange neus trekt naar literatuurcritici. Wat zeker is, is dat ze een interessante discussie oproept. Maar daar ga ik het nu niet over hebben.

Mijn versie van het boek begint dus met George. Ze is jong, intelligent, koppig, en ze is in rouw: haar moeder is pasgeleden overleden. Haar heden wordt zo nu en dan geïnterrumpeerd door herinneringen. Niet lang voor haar sterven nam George's moeder haar twee kinderen mee naar Italië. De reis stond volledig in teken van de fresco's van ene Francesco del Cossa. Diezelfde kunstenaar is in het heden onderwerp van George's onderzoek.

Een aantal pagina's na George's bovenstaande overpeinzing over het ontstaan van ‘werkelijke geschiedenis’ stopt haar verhaal en verschijnt Francesco del Cossa. Stukje bij beetje, kun je wel zeggen, de eerste twee pagina's zijn gevuld met afgebroken regels, alsof het om poëzie gaat. Nu ik er weer naar kijk lijkt er een dubbele helix te zijn afgebeeld.

En dat zegt heel veel over hoe de levens van George en Francesco elkaar raken: er zijn nogal wat overeenkomsten te noemen. Deze ga ik niet opsommen omdat ik dan mogelijk veel weggeef, datzelfde geldt voor de wijze waarop Francesco George observeert en George's fascinatie voor Francesco's leven en werk. Laat ik het dan zo omschrijven (met wederom de dubbele helix in gedachten): de twee levenslijnen lopen parallel, bewegen als zijnde een spiraal: er is sprake van constante verandering, beweging. Die lijnen zijn weer met elkaar verbonden door andere lijnen. Altijd ergens anders, en in een andere tijd, telkens nieuw, maar er is verwantschap.

Francesco verdwijnt overigens zoals ze verscheen: stukje bij beetje, met afgebroken regels. Plotseling. Ali Smith hint reeds naar verdwijnende personages voordat haar verhaal überhaupt begint, ze gebruikt enkele citaten uit werk van anderen om haar boek in te leiden. Van Giorgio Bassani: ‘Als een romanfiguur verdween hij plotseling zonder enig spoor achter te laten.’ De volgende, van Hannah Arendt, gaat wellicht over de ruimte waar Francesco del Cossa zich eeuwenlang ophield:

‘Hoewel de levende is onderworpen aan de vernietiging van de tijd, is het proces van aftakeling tegelijkertijd een proces van kristallisatie, dat in de diepte van de zee, waarin datgene wat ooit leven was zinkt en wordt opgelost, sommige dingen een transformatie ondergaan en overleven in nieuwe gekristalliseerde vormen en gestalten die immuun blijven voor de elementen, alsof ze alleen hebben gewacht op de parelduiker die op een dag naar ze zou toekomen en hen zou meenemen naar de wereld van de levenden –’

Ik houd er niet van om een boek een parel te noemen, maar met deze woorden van Arendt in gedachte past het. Een parel dus, Het een als het ander.

Ik twijfel of deze bespreking wel in de buurt komt van de essentie van het boek, het is mogelijk dat ik te veel niet benoem of bespreek. Toch laat ik het hier voor nu bij, ik denk dat het boek het waard is enigszins mysterieus te blijven. Ik blijf me maar dingen afvragen; later misschien meer.

2 opmerkingen:

  1. Dit lijkt me een boeiend boek, en je hebt het prachtig beschreven! Een parel van een blogpost ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. ah, dat is vriendelijk! dank! en alvast heel veel leesplezier gewenst.

      Verwijderen

//

quoi?

ada limón adrienne rich ali smith alice notley alice oswald anne boyer anne brontë anne carson anne truitt anne vegter annie dillard antjie krog audre lorde bhanu kapil carry van bruggen catherine lacey cees nooteboom charlotte brontë charlotte salomon chimamanda ngozi adichie chris kraus christa wolf claire messud claire vaye watkins clarice lispector david whyte deborah levy durga chew-bose elif batuman elizabeth strout emily brontë emily dickinson emily ruskovich ester naomi perquin etty hillesum f. scott fitzgerald feminisme fernando pessoa han kang helen macdonald henri bergson henry david thoreau hermione lee herta müller jan zwicky janet malcolm jean rhys jeanette winterson jenny offill jessa crispin joan didion john berryman joke j. hermsen josefine klougart kate zambreno katherine mansfield kathleen jamie katja petrowskaja krista tippett layli long soldier leonard koren leonora carrington leslie jamison louise glück maggie anderson maggie nelson marcel proust margaret atwood maría gainza marie darrieussecq marie howe marja pruis mary oliver mary ruefle neil astley olivia laing patricia de martelaere paul celan paula modersohn-becker poetry poëzie rachel cusk rainer maria rilke raymond carver rebecca solnit robert macfarlane sara ahmed sara maitland seamus heaney siri hustvedt stefan zweig susan sontag svetlana alexijevitsj sylvia plath ta-nehisi coates teju cole terry tempest williams tess gallagher tjitske jansen tomas tranströmer tracy k. smith valeria luiselli virginia woolf vita sackville-west w.g. sebald yiyun li zadie smith

Blogarchief