she comes from water

Muziek maken met behulp van een teslatransformator, een slingerharp, en een zogenaamde sharpsichord; Björk. Haar project, experiment, onderzoek, Biophilia is boeiend. Het doel: onze relatie met muziek veranderen; dichterbij brengen, natuurlijker maken. Of, to change the way we see, hear, think about, and make music. Met de documentaire When Björk met Attenborough komen we in de buurt van haar beweegredenen, haar fascinatie: the love for nature in all her manifestations

Björk, Biophilia

Ergens halverwege de documentaire zegt Björk: ‘It seems to me I am now letting nature be the superhero, basically.’ Ik heb deze uitspraak direct opgeslagen, was direct zeer nieuwsgierig naar Björks relatie met natuur, of ze daar meer over heeft gezegd, hoe ze daar over denkt. Een mix van love en awe? Ik herkende iets, maar hoe en waarom en wat was me niet duidelijk; zij groeide op op een eiland zonder bomen, met ijsbergen en zwarte stranden, ik op het vaste land in een kaal polderlandschap.  

Vanmorgen bekeek ik een andere documentaire over Björk, Inside Björk, en ik begrijp het nog niet goed. Misschien heeft het wel te maken met mijn affinity with arctic places. Nouja. Hieronder een verzameling uitspraken van Björk uit Inside Björk, allen gerelateerd aan haar relatie met, wel, ijsbergen en uitbarstingen:

‘I think the biggest influence Iceland has had on my music is organic. This thing with 22 hour daylight in the summer and darkness in the winter is absolutely normal. And icebergs and eruptions and no trees at all is the way it should be.’

‘Iceland probably effected a lot how I sing, because I did spent a lot of time as a kid in nature. The way I sang would just form itself. (...) Just walking outside to school, or maybe in blizzards, it just kind of happened. You would walk and there'd be no wind and you could be all quiet and whispering and you would sneak down next to the moss and maybe sing a verse and then you would stand up and run to a hill and sing a chorus. You would have to do that quite loudly because the weather was strong.’

‘The problem that had yet to be solved when punk happened in Iceland was to define what it was to be Icelandic: it was a question of not forgetting about nature, how important that is; not forgetting about the mythology that we have, that is very strong in our culture.’

‘Perhaps I had a religion, and it was nature.’

‘I think I have a lot of affinity with arctic places. I think the arctic brand of passion is different. It is not more of less passionate, it just lies different. It is a lot deeper, so it is more sort of a submarine-passion. It won't burst out easily to the open.’

3 opmerkingen:

  1. Anoniem24.12.13

    Toen ik de docu zag bedacht ik me plots waar ik al een tijdje op zat te wroeten (hoe meer IJslandse literatuur ik lees, hoe dieper het gewroet) - het is fascinatie, de basale verwondering, om de relatie van wat er niet is en wat er wel is: voor een IJslander is de confrontatie met de natuur de grootste beleving daarvan. Het niet hebben van natuur in een uitermate natuurlijk landschap - dat inspireert mensen enorm, op allerlei gebieden... wetenschap, maar ook cultuurgeschiedenis en muziek,... Toen ik Auður Ava Ólafsdóttir en Sjón, twee IJslandse auteurs, over hun werk hoorden praten besefte ik nog niet hoe diep dat in hen (en hun cultuur) geworteld ligt. Maar stilaan begin ik te begrijpen hoe ze in dat gesprek toen zo bewogen en geboeid konden vertellen over een boom. Het beeld van de (oer)boom die alle cultuur bindt en samenhoudt is voor mij veel minder wonderbaarlijk... ik ben dan ook niet opgegroeid in een kaal boomloos polderlandschap. Zoals Björk het zegt, heel onze cultuur ligt geworteld in de natuur, maar 'we forget about nature'. Het kale, ruwe, ongerepte van IJsland herinnert ons er aan, omdat het terzelfdertijd zo puur natuur is en zo'n groot gemis aan natuur is. (De mix van love en awe?)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. da’s ook zoiets moois in de boeken van Jón Kalman Stefánsson; die mensen dromen letterlijk van een land waar bomen groeien.. aan de andere kant is dat wat we niet kennen, enkel kunnen inbeelden, vanzelfsprekend erg intrigerend.

      ik begrijp niet helemaal wat je bedoelt met "het is fascinatie, de basale verwondering, om de relatie van wat er niet is en wat er wel is", of doel je op dat wat ik zonet schreef, en begrijp ik het toch wel?

      misschien weet je wel dat ik een aantal jaren geleden op IJsland ben geweest — nu ik er bij stil sta is het met destijds nooit opgevallen dat er weinig tot geen boom te vinden is op het eiland.. waarschijnlijk zat mijn hoofd dus te vol met het opnemen van de dingen die zo nieuw voor me waren: zwarte stranden, heel veel steen, net zo veel beweging in het landschap van zowel het uitzicht als de straten in Reykjavik.

      wat me momenteel erg bezig houdt is hoe Björk en ik op een zelfde manier over natuur denken (en voelen), terwijl we juist in zo een afwijkende wereld zijn opgegroeid. misschien is het iets dat ‘gewoon’ menselijk is? misschien ligt het aan het water dat altijd in de buurt is (geweest)? iets. iets. boeiend.

      Verwijderen
    2. Anoniem27.12.13

      ik denk dat je wel begrepen hebt wat ik bedoelde. mensen verwonderen zich voortdurend, en daaruit ontstaat dan de cultuur. IJslanders verwonderen zich natuurlijk eerst over de eigen natuur, de eigen omgeving, maar zij laten zich ook alsmaar meer verwonderen en inspireren door wat hun natuur hen niet biedt. veel IJslandse literatuur probeert de onderwerpen van dat gemis, zoals de boom, een plaats te geven in de eigen cultuur. dat geeft die literatuur iets magisch, iets moois. ook de muziek.

      als ik beelden van IJsland zie, bedenk ik me inderdaad ook niet dat ik geen boom zie, maar als ik hier thuis, in mijn streek ronddwaal en -kijk, dan valt mij wel op wat er gemist wordt. en misschien is dat net wat me aantrekt in en doet grijpen naar die IJslandse literatuur (?)

      Verwijderen

//

quoi?

ada limón adrienne rich ali smith alice notley alice oswald anne boyer anne brontë anne carson anne truitt anne vegter annie dillard antjie krog audre lorde bhanu kapil carry van bruggen catherine lacey cees nooteboom charlotte brontë charlotte salomon chimamanda ngozi adichie chris kraus christa wolf claire messud claire vaye watkins clarice lispector david whyte deborah levy durga chew-bose elif batuman elizabeth strout emily brontë emily dickinson emily ruskovich ester naomi perquin etty hillesum f. scott fitzgerald feminisme fernando pessoa han kang helen macdonald henri bergson henry david thoreau hermione lee herta müller jan zwicky janet malcolm jean rhys jeanette winterson jenny offill jessa crispin joan didion john berryman joke j. hermsen josefine klougart kate zambreno katherine mansfield kathleen jamie katja petrowskaja krista tippett layli long soldier leonard koren leonora carrington leslie jamison louise glück maggie anderson maggie nelson marcel proust margaret atwood maría gainza marie darrieussecq marie howe marja pruis mary oliver mary ruefle neil astley olivia laing patricia de martelaere paul celan paula modersohn-becker poetry poëzie rachel cusk rainer maria rilke raymond carver rebecca solnit robert macfarlane sara ahmed sara maitland seamus heaney siri hustvedt stefan zweig susan sontag svetlana alexijevitsj sylvia plath ta-nehisi coates teju cole terry tempest williams tess gallagher tjitske jansen tomas tranströmer tracy k. smith valeria luiselli virginia woolf vita sackville-west w.g. sebald yiyun li zadie smith

Blogarchief