meer duizelingen


p. 38-39, uit Duizelingen (W.G. Sebald, De Bezige Bij 2008)

Een belangrijk thema in W.G. Sebalds werk is rouw. Wel, dat wordt geschreven door mensen die meer van zijn werk hebben gelezen; ik ben nog maar een beginneling. Maar, rouw proefde ik al wel degelijk in Duizelingen. Rouw om verloren werelden (tijden), rouw om verdwenen liefde (liefde voor de wereld). Of, rouw voor het verdwijnen van waardering voor de wereld: de mens neemt afstand. Sebald lijkt dit enorm te betreuren.

W.G. Sebald lijkt te worden achtervolgd door schimmen; biografieën, herinneringen, legendes. Geschiedenis. Het boek zit vol anekdotes, alles is met elkaar verbonden. Hoewel ik moeite heb dit boek een roman te noemen, of fictie, is het meeslepend als een roman. Geen verhaallijn, wel meeslepend. Hoe dan precies? Misschien is het een opgraving, zoals archeologen tijd vinden in de grond. En het is meeslepend omdat je wilt weten wat er opgegraven zal worden. Voor Sebald, de Sebald in het boek, is het ook een mysterie.

Zijn schrijven is, hoewel enigszins afstandelijk, erg liefdevol; ondanks het gevoel van ontheemding dat wordt overgebracht, voel je ook de toewijding. En angst is geen onoverkomelijk obstakel. Dit is vreemd, nieuw, en heel mooi.

Ik heb het boek ondertussen uitgelezen; het einde is donker. Ik las over vlinderstruiken ‘in de voegen en scheuren van de in de vorige eeuw gebouwde muren’, en over citroenvlinders (p. 206). Dan plotseling een einde van de wereld. Maar, daaropvolgend weer een dag. Een eind, maar ook ruimte voor een vervolg. Ondanks twijfels en vermoedens, een klein beetje hoop?

Wat valt er nog te zeggen, behalve iets als: ik ben zo blij dat ik dit heb gelezen. Iets. Maar het voegt niet zoveel toe. Het is lastig iets te zeggen dat een beetje betekenis heeft, als het boek dat je wil bespreken je eigenlijk sprakeloos maakt. Ja. Sebalds zinnen zijn zo mooi en lang en kunstig, en zijn kennis van de wereld jaloersmakend; ik wil alleen maar lezen, ik lees alsof ik luister, ik wil meer woorden.

(Interessant, overigens, dat het boek eindigt met ‘– 2013 – Einde’: eerdere hoofdstukken vonden plaats in 1813 en 1913. Sebald lijkt een voorkeur te hebben voor bepaalde getallen. Meer informatie over dit bijzondere detail kun je hier vinden op het mooie blog Vertigo, waar tot mijn verbazing tevens te lezen is dat het is weggelaten in de Engelse vertaling.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

//

quoi?

ada limón adrienne rich ali smith alice notley alice oswald anne boyer anne brontë anne carson anne truitt anne vegter annie dillard antjie krog audre lorde bhanu kapil carry van bruggen catherine lacey cees nooteboom charlotte brontë charlotte salomon chimamanda ngozi adichie chris kraus christa wolf claire messud claire vaye watkins clarice lispector david whyte deborah levy durga chew-bose elif batuman elizabeth strout emily brontë emily dickinson emily ruskovich ester naomi perquin etty hillesum f. scott fitzgerald feminisme fernando pessoa han kang helen macdonald henri bergson henry david thoreau hermione lee herta müller jan zwicky janet malcolm jean rhys jeanette winterson jenny offill jessa crispin joan didion john berryman joke j. hermsen josefine klougart kate zambreno katherine mansfield kathleen jamie katja petrowskaja krista tippett layli long soldier leonard koren leonora carrington leslie jamison louise glück maggie anderson maggie nelson marcel proust margaret atwood maría gainza marie darrieussecq marie howe marja pruis mary oliver mary ruefle neil astley olivia laing patricia de martelaere paul celan paula modersohn-becker poetry poëzie rachel cusk rainer maria rilke raymond carver rebecca solnit robert macfarlane sara ahmed sara maitland seamus heaney siri hustvedt stefan zweig susan sontag svetlana alexijevitsj sylvia plath ta-nehisi coates teju cole terry tempest williams tess gallagher tjitske jansen tomas tranströmer tracy k. smith valeria luiselli virginia woolf vita sackville-west w.g. sebald yiyun li zadie smith

Blogarchief