251

een aantal dagen geleden verscheen op dr. flowerville's blog een bericht met de titel Custard and/or writing into the internet - why are you still blogging?. eerlijk gezegd heb ik zelf nooit zo stilgestaan bij het waarom van mijn bloggen — de stap van livejournal naar blogger voelde voor mij klein en natuuurlijk. toch veranderde er veel. ik nam afstand, op een bepaalde manier; afstand van mijzelf: het ging niet langer over mij maar gewoon over wat ik las.

ik had iets nodig dat dr. flowerville writing into the internet noemt (een fijne frase); een soort abstracte ruimte waar al mijn (waardeloze) gedachten over boeken in konden verdwijnen: iets dat geen ruimte in beslag nam: een zwart gat. iets dat ook zomaar weer verwijderd kon worden. (ik ruim wel eens op.) ook wilde ik het ergens plaatsen om kans te maken op een chance-encounter met iemand(en) die dezelfde boeken lazen, etc.; denk ik. wishful thinking.

*

ik heb nooit zo nagedacht over mijn bloggen omdat ik mezelf niet als blogger beschouw. misschien ben ik er daarom nooit mee gestopt, hoewel er wel pauzes waren; misschien heb ik daarom nooit uitgelegd waarom er een pauze was geweest.

dit is mijn ruimte, mijn stilte. ik weet echter niet wat voor plek het is; het gaat wel eens over boeken maar niet zoals ik ooit dacht te willen. dat is omdat ik steeds minder begrijp van wat het is dat me aan deze wereld bindt —

dat is niet juist. ik wandelde gistermiddag naar huis, het begon al wat te schemeren, er vloog een buizerd vlak boven me uit een boom richting bomen in de singel van een boerderij; ik draaide met de weg mee en keek recht in de zon die nog net boven het dorp uit piepte, richting het noordoosten scheen. er was te veel licht. ik keek omhoog om niet al dat zonlicht te hoeven aankijken en wilde daarheen, naar boven, naar daar waar het stil was en vredig leek. tegelijkertijd wilde ik de buizerd zijn, of een boom —

goed; ik moet het anders verwoorden: ik bedoel dat ik minder begrijp van de wereld omdat het misschien langzaam begint te dagen wat me aan deze wereld bindt. & ik vind dat verwarrend omdat de sociale wereld me blijft vertellen dat dat niet de juiste manier van leven is.

waar mijn geest wil wandelen is waar ik niet gaan kan, niet echt, niet met mijn lijf.
dus doet mijn geest dat in z'n eentje.

ik ben een zeef; zo nu en dan blijft iets steken omdat het te groot is om al te laten gaan. en dan zie of hoor of doe ik iets dat dat andere 'iets' aan lijkt te raken en dat wordt dan te groot om te kunnen dragen. soms voelt het noodzakelijk om daar een afdruk van te maken. ik weet niet altijd hoe ik dat moet of wil doen. vaak verdwijnt het.

*

mijn leven bestaat momenteel uit pianomuziek, houtskool en pastelkrijt, uit poëzie en duizenden kleuren. uit vleugels en schelpen en abstracte kunst. ik kijk naar het zwaaien van de bomen, verlang naar de lente, heb buikpijn want ik moet iets eten, luister naar Philip Glass en denk aan Cy Twombly. de draadjes, the fabric van mijn bestaan. dat is het. ofzo. misschien.


7 opmerkingen:

  1. In je onduidelijkheid ben je toch heel duidelijk ;-)
    Nu ik niet meet blog, ben ik steeds op zoek naar manieren om mijn gedachten de ruimte in te slingeren. Het is niet genoeg ze op te schrijven, ergens moeten ze weerspiegeld worden.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. ha Joke, leuk iets van je te horen!
      het went als je een plek hebt om de spiegelingen te plakken, denk ik. wat doe je er nu mee?

      Verwijderen
    2. Niet zo veel. Ik probeer ze af en toe tegen anderen aan te houden, en schrijf korte reviews op Goodreads. Nog zoekende....

      Verwijderen
  2. heel herkenbaar... alleen heb ik het gevoel dat bij mijn bloggen de afstand net verkleint en het juist persoonlijker wordt. ik schrijf nog wel over wat ik lees, maar het gaat steeds meer over mij. misschien is dat ook wel dezelfde soort van afstand nemen; wat er met en in mij gebeurt van me weg schrijven. en zo toch weer afstand van mezelf nemen...

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. ja ik weet dat ik wat ik schreef meende maar tegelijkertijd denk ik: wat is 'persoonlijk'? ik schrijf over wat er in me leeft, dus de reactie die ik heb, & dat is natuurlijk altijd persoonlijk. maar vergeleken met hoe ik schreef toen ik achter slot en grendel op livejournal bezig was -- ik heb zeker iets achter me gelaten. ik twijfel of dat goed is geweest.

      Verwijderen
    2. het gaat inderdaad om hoe je het schrijft... mijn blogstukjes gaan vaker en meer over wat er in mij leeft, of hoe ik dingen ervaar, maar tegelijkertijd moffel ik dat persoonlijke weg onder het boek waarover ik schrijf, of in een ander personage dat in het tekstje spreekt, of ik verstrik het helemaal in de associaties naar artikels, interviews, personen,... waar ik mee speel. --- je laat inderdaad iets achter. ook al schrijf je voor jezelf, je hoopt of verwacht toch dat het door iemand/anderen gelezen wordt; het persoonlijke dat je er niet expliciet in hebt gelegd, verdwijnt dan. dat gebeurt vast niet (of minder) wanneer je 'achter slot en grendel' schrijft.

      Verwijderen
    3. ik denk dat ik mezelf ook achter personages of schrijvers wegmoffel. soms voelt het alsof dat heel obvious is maar dat kan natuurlijk niet als mensen me niet kennen. die afstand is gek. maar misschien ook wel goed, gezond.

      livejournal was trouwens iets dat ik wel achter slot en grendel deed maar waar een selecte groep lezers wel toegang tot hadden: mensen die zelf ook een account hadden, zelf ook een soort online dagboek bijhielden. dat was vrij intens: mensen postten veel en reageren was als een chatgesprek nu. geniaal want op die manier leerde ik mensen goed kennen terwijl ze heel ergens anders woonden.

      Verwijderen

//

quoi?

ada limón adrienne rich ali smith alice notley alice oswald anne boyer anne brontë anne carson anne truitt anne vegter annie dillard antjie krog audre lorde bhanu kapil carry van bruggen catherine lacey cees nooteboom charlotte brontë charlotte salomon chimamanda ngozi adichie chris kraus christa wolf claire messud claire vaye watkins clarice lispector david whyte deborah levy durga chew-bose elif batuman elizabeth strout emily brontë emily dickinson emily ruskovich ester naomi perquin etty hillesum f. scott fitzgerald feminisme fernando pessoa han kang helen macdonald henri bergson henry david thoreau hermione lee herta müller jan zwicky janet malcolm jean rhys jeanette winterson jenny offill jessa crispin joan didion john berryman joke j. hermsen josefine klougart kate zambreno katherine mansfield kathleen jamie katja petrowskaja krista tippett layli long soldier leonard koren leonora carrington leslie jamison louise glück maggie anderson maggie nelson marcel proust margaret atwood maría gainza marie darrieussecq marie howe marja pruis mary oliver mary ruefle neil astley olivia laing patricia de martelaere paul celan paula modersohn-becker poetry poëzie rachel cusk rainer maria rilke raymond carver rebecca solnit robert macfarlane sara ahmed sara maitland seamus heaney siri hustvedt stefan zweig susan sontag svetlana alexijevitsj sylvia plath ta-nehisi coates teju cole terry tempest williams tess gallagher tjitske jansen tomas tranströmer tracy k. smith valeria luiselli virginia woolf vita sackville-west w.g. sebald yiyun li zadie smith

Blogarchief