wringing my hands/ over ‘hot milk’

Where had I got to in my own life by trying to please everyone all the time? Right here. Wringing my hands. p66

*

De hoofdpersoon van Hot Milk is een apathische jonge vrouw. Ze laat zich gebruiken, waait mee met de wind van wie wat dan ook van haar wil. & om een of andere reden wekt dit nogal heftige reacties op bij lezers.

Which is curious, considering the history of literature: eigenzinnige, zelfbewuste en vastberaden fictieve vrouwelijke personages zijn daar uitzonderingen.

Deborah Levy’s Sofia is zoals gezegd een jonge vrouw. Maar ze wordt niet gebruikt, gestuurd, door een man. Is dat wat dit boek zo eigenaardig maakt? Zou het anders voelen als niet Sofia’s moeder, maar haar vader de hulpbehoevende figuur in Sofia’s leven was?

Achtergrond: moeder is ziek, of denkt dat ze ziek is, dochter heeft haar studie (tijdelijk) opgegeven om voor haar moeder te zorgen. De dochter twijfelt of haar moeder wel echt ziek is, maar durft dat niet hardop te denken, zeker niet hardop te zeggen. En dus sloft haar leven voort. Deze moeder-dochter-relatie, en de gevolgen hiervan voor Sofia, staan centraal in Hot Milk.

Ik probeer me niet te veel aan te trekken wat andere mensen vinden van boeken die ik zelf heel goed vind, maar in dit geval is er sprake van een misverstand. Denk ik. Wat niet begrepen wordt is dat een gezonde relatie tussen ouders en hun kinderen niet vanzelfsprekend is. De verhoudingen tussen Sofia en haar moeder, Rose, zijn ongewoon. & dat is waar dit verhaal om gaat: een dochter die op de automatische piloot haar leven leeft en in een onbekend heet land door medusa’s (kwallen) lijkt te worden gewezen op eigen liefdes en verlangens.

(Sofia is niet dom. Daarom zijn de verhoudingen zo ingewikkeld, & het boek zo goed.)

*

Ik verdedig dit boek omdat het mijn leven aanraakt. Ik wil daar niet te veel over zeggen maar ik begrijp Sofia, zoals ik Lucy Barton begrijp. Hot Milk en My Name is Lucy Barton zijn in mijn geest familie. De omstandigheden van Lucy Barton zijn (op het oog) minder ingewikkeld, waardoor het makkelijker is haar karakter te begrijpen en haar als persoon sympathiek te vinden. Deborah Levy’s Sofia is lastiger te doorgronden. Hoewel ook haar karakter een gevolg is van de omstandigheden in haar leven, is dat minder goed zichtbaar. Ik denk dat het zo zit: Lucy Barton was van jongs af aan op zichzelf aangewezen: haar zelf was alles wat ze had: daar vocht ze voor; Sofia werd dat juist afgenomen, ze werd aanhankelijk gemaakt, waardoor er niets van haar zelf over bleef om naar te luisteren, om serieus te nemen; waardoor er niets over bleef om te beschermen. 

(vechten / beschermen —
vechten als actie om te beschermen;
beschermen suggereert dat er zicht is op wat er is (omlijnd: begrensd) om voor te vechten;
maar als dat nooit is erkent, lijkt er niets te zijn.

ook dat maakt Hot Milk verwant aan My Name is Lucy Barton;
We vergeten misschien te gemakkelijk dat we zonder vaardigheden worden geboren, dat alles aangeleerd handelen/gedrag is. Waar we niets van weten neemt geen ruimte in, omdat we simpelweg niet weten dat het er toch is.

maar Sofia. Sofia is apathisch omdat haar gevecht nooit serieus genomen werd.
en ze zichzelf, als gevolg daarvan, niet serieus nam.
machteloos: want het heeft geen zin;
want het uitzicht biedt geen uitzonderingen, oplossingen.

maar ze bedenkt;
I want to get away from the kinship structures that are supposed to hold me together. To mess up the story I have been told about myself. To hold the story upside down by its tail. p63)

*

Het is niet normaal, blijkbaar niet voor te stellen: toch niet onwaarschijnlijk.

Een niet-perfecte en egoïstische moeder maakt ons van slag,
een jonge vrouw die de perfecte dochter probeert te zijn maakt ons van slag;
hoe is het mogelijk.

Bovendien; Sofia neemt haar lichaam, haar bestaan terug in eigen beheer. Ze is taai, ze overleeft.

*

The door to the concrete terrace on the beach opened of its own accord. A breeze filled the room. A warm desert breeze carrying with it the deep, salt smell of seaweed and hot sand. The waves were crashing on the beach, the table on the terrace had my laptop resting on it, the night stars made in China were open under the real night stars in Spain. All summer, I had been moonwalking in the digital Milky Way. It's calm here. But I am not calm. My mind is like the edge of motorways where foxes eat the owls at night. In the starfields, with their faintly glowing paths running across the screen, I have been making footprints in the dust and glitter of the virtual universe. it never occurrerd to me that, like the medusa, technology stares back and that its gaze might have petrified me, made me fearful to come down, down to earth, where all the hard stuff happens, down to the check-out tills and the barcodes and the too many words for profit and the not enough words for pain. p216

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

//

quoi?

ada limón adrienne rich ali smith alice notley alice oswald anne boyer anne brontë anne carson anne truitt anne vegter annie dillard antjie krog audre lorde bhanu kapil carry van bruggen catherine lacey cees nooteboom charlotte brontë charlotte salomon chimamanda ngozi adichie chris kraus christa wolf claire messud claire vaye watkins clarice lispector david whyte deborah levy durga chew-bose elif batuman elizabeth strout emily brontë emily dickinson emily ruskovich ester naomi perquin etty hillesum f. scott fitzgerald feminisme fernando pessoa han kang helen macdonald henri bergson henry david thoreau hermione lee herta müller jan zwicky janet malcolm jean rhys jeanette winterson jenny offill jessa crispin joan didion john berryman joke j. hermsen josefine klougart kate zambreno katherine mansfield kathleen jamie katja petrowskaja krista tippett layli long soldier leonard koren leonora carrington leslie jamison louise glück maggie anderson maggie nelson marcel proust margaret atwood maría gainza marie darrieussecq marie howe marja pruis mary oliver mary ruefle neil astley olivia laing patricia de martelaere paul celan paula modersohn-becker poetry poëzie rachel cusk rainer maria rilke raymond carver rebecca solnit robert macfarlane sara ahmed sara maitland seamus heaney siri hustvedt stefan zweig susan sontag svetlana alexijevitsj sylvia plath ta-nehisi coates teju cole terry tempest williams tess gallagher tjitske jansen tomas tranströmer tracy k. smith valeria luiselli virginia woolf vita sackville-west w.g. sebald yiyun li zadie smith

Blogarchief