de jaren/ woolf

‘Waarom verbergen we alles wat van belang is, vroeg hij zich af.’

‘Het heeft geen zin, dacht North. Hij kan niet zeggen wat hij wil zeggen; hij durft het niet. Ze zijn allemaal bang; bang om uitgelachen te worden; bang om zich bloot te geven. (..) We zijn allemaal bang voor elkaar; bang waarvoor? Voor kritiek; voor de lach; voor mensen die anders denken... (..) Dat houdt ons gescheiden; angst, dacht hij.’

‘Er moet een ander leven zijn, dacht ze (..). Niet in dromen; maar hier en nu, in deze kamer onder levende mensen. Het voelde alsof ze met wapperende haren op de rand van een afgrond stond; ze stond op het punt zich aan iets vast te grijpen dat haar net ontglipte. Er moest een ander leven zijn, hier en nu, dacht ze opnieuw. Dit leven was te kort, te verbrokkeld. We weten niets, ook niet over onszelf. We beginnen nog maar net iets te begrijpen, dacht ze, hier en daar. Ze maakte een kom van haar handen in haar schoot (..). Ze hield haar handen in een kom; ze had het gevoel dat ze het huidige moment wilde omsluiten; het wilde laten voortduren; het voller en voller wilde laten lopen, met het verleden, het heden en de toekomst, totdat het blonk, volmaakt, helder, vol begrip.’

Virginia Woolf, De jaren (vert. Barbara de Lange; p. 417/ 429/ 430).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

//

quoi?

ada limón adrienne rich ali smith alice notley alice oswald anne boyer anne brontë anne carson anne truitt anne vegter annie dillard antjie krog audre lorde bhanu kapil carry van bruggen catherine lacey cees nooteboom charlotte brontë charlotte salomon chimamanda ngozi adichie chris kraus christa wolf claire messud claire vaye watkins clarice lispector david whyte deborah levy durga chew-bose elif batuman elizabeth strout emily brontë emily dickinson emily ruskovich ester naomi perquin etty hillesum f. scott fitzgerald feminisme fernando pessoa han kang helen macdonald henri bergson henry david thoreau hermione lee herta müller jan zwicky janet malcolm jean rhys jeanette winterson jenny offill jessa crispin joan didion john berryman joke j. hermsen josefine klougart kate zambreno katherine mansfield kathleen jamie katja petrowskaja krista tippett layli long soldier leonard koren leonora carrington leslie jamison louise glück maggie anderson maggie nelson marcel proust margaret atwood maría gainza marie darrieussecq marie howe marja pruis mary oliver mary ruefle neil astley olivia laing patricia de martelaere paul celan paula modersohn-becker poetry poëzie rachel cusk rainer maria rilke raymond carver rebecca solnit robert macfarlane sara ahmed sara maitland seamus heaney siri hustvedt stefan zweig susan sontag svetlana alexijevitsj sylvia plath ta-nehisi coates teju cole terry tempest williams tess gallagher tjitske jansen tomas tranströmer tracy k. smith valeria luiselli virginia woolf vita sackville-west w.g. sebald yiyun li zadie smith

Blogarchief