tussen de wereld en mij

Ik moet bekennen dat ik racisme een lastig (maar interessant) onderwerp vind. Toen de zwarte pieten-discussie oplaaide begreep ik er niet veel van. Dat wil zeggen dat ik er nog nooit over na had gedacht; dat ik een zwarte piet vanzelfsprekend vond, ik ben er mee opgegroeid, niemand in mijn omgeving had ooit twijfels bij het zwarte van de piet. Dat is natuurlijk juist het probleem, en het duurde even voordat ik dat begreep. Nog altijd zie ik racisme vaak niet. Ik vind dat een groot probleem, en ik vind dat ik mijzelf daar blijvend mee moet confronteren.

Racisme is lang verborgen gebleven, niet bij zijn naam genoemd. Ik blijf maar denken, als iemand (wie en waar dan ook) beweert geen racist te zijn, ik blijf maar denken: dat is het probleem, ontkennen of ontkrachten is een manier om de stem van een ander te bagatelliseren; dat is het probleem. En dat is interessant. En pijnlijk. En belangrijk.

In november las ik Tussen de wereld en mij van Ta-Nehisi Coates en ik heb er helemaal niets over geschreven. Niets. Zelfs niet in mijn notitieboek. Ik weet niet waarom dat is, want ik vond het indrukwekkend en groots, mooi geschreven en ook de vorm stond me zeer aan. Tussen de wereld en mij is een brief van een schrijver aan zijn zoon, geschreven juist nadat bekend werd gemaakt dat de agent die Michael Brown doodschoot niet vervolgd zal worden. Coates' zoon reageerde wanhopig en verdrietig op het bericht, maar Ta-Nehisi Coates zelf was niet verbaasd. Sterker nog, hij wist het van te voren. Is dat alleen niet al een interessant gegeven? Ik begreep het niet. Coates' boek legt het haarfijn uit.

Vanmorgen las ik in de nieuwste Groene Amsterdammer een stuk van Jan Postma over ‘de zwarte stem’; over Ta-Nehisi Coates' Tussen de wereld en mij, maar ook over Citizen: An American Lyric van Claudia Rankine, Negroland: A Memoir van Margo Jefferson en Notes from No Man's Land van Eula Biss. De tekst heet ‘Niets is onschuldig, alles doet pijn’. Het is fantastisch, alle boeken die worden genoemd staan nu op mijn wenslijst, als ze daar niet al stonden. En Postma lijkt het met mij eens te zijn, bedenk ik me net; blijven confronteren, blijven lezen:

‘En, tot slot, stuitte ik op Twitter voor de zoveelste keer op Impasse, een kort gedicht van Langston Hughes, dat als een soort anti-memoir las: 'I could tell you / If I wanted to, / What makes me / What I am. / But I don't / Really want to – / And you don't / Give a damn.'
     De impasse duurt voort. Maar het toch vertellen is een vorm van beseffen dat het in de echte, fysieke wereld om voorstellingsvermogen draait. Men moet dat uitrekken, net zo lang tot er doden niet vallen. En luisteren is giving a damn.’

3 opmerkingen:

  1. Mooi stuk en o ja: lastig thema. Maar ik ga discussie, gesprek of dialoog over het onderwerp niet langer uit de weg. Net daarin schuilt ook die 'giving a damn', vind ik.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. dat was ook mijn conclusie. Ta-Nehisi Coates' boek al op de stapel liggen?

      Verwijderen
    2. Nog niet. De stapel is al te hoog. Patti Smith ligt ergens bovenaan.

      Verwijderen

//

quoi?

ada limón adrienne rich ali smith alice notley alice oswald anne boyer anne brontë anne carson anne truitt anne vegter annie dillard antjie krog audre lorde bhanu kapil carry van bruggen catherine lacey cees nooteboom charlotte brontë charlotte salomon chimamanda ngozi adichie chris kraus christa wolf claire messud claire vaye watkins clarice lispector david whyte deborah levy durga chew-bose elif batuman elizabeth strout emily brontë emily dickinson emily ruskovich ester naomi perquin etty hillesum f. scott fitzgerald feminisme fernando pessoa han kang helen macdonald henri bergson henry david thoreau hermione lee herta müller jan zwicky janet malcolm jean rhys jeanette winterson jenny offill jessa crispin joan didion john berryman joke j. hermsen josefine klougart kate zambreno katherine mansfield kathleen jamie katja petrowskaja krista tippett layli long soldier leonard koren leonora carrington leslie jamison louise glück maggie anderson maggie nelson marcel proust margaret atwood maría gainza marie darrieussecq marie howe marja pruis mary oliver mary ruefle neil astley olivia laing patricia de martelaere paul celan paula modersohn-becker poetry poëzie rachel cusk rainer maria rilke raymond carver rebecca solnit robert macfarlane sara ahmed sara maitland seamus heaney siri hustvedt stefan zweig susan sontag svetlana alexijevitsj sylvia plath ta-nehisi coates teju cole terry tempest williams tess gallagher tjitske jansen tomas tranströmer tracy k. smith valeria luiselli virginia woolf vita sackville-west w.g. sebald yiyun li zadie smith

Blogarchief