een verhaal met een angel

‘De parabel van de hommel: vanwege het zware gewicht van zijn lichaam en het te kleine draagvlak van z’n vleugels kan de hommel - technisch gezien - onmogelijk vliegen. De hommel zelf weet dat niet. [Maar] hij vliegt.’ (bron)

Ik weet niet of bovenstaande bewering waar is, maar dat is niet van belang. De onmogelijke hommel heeft me niet meer losgelaten; ik wil meer over het beestje (en soortgenoten) weten. In oktober las ik De Vliegenval (uitgeverij Ad. Donker, vertaling Geri de Boer), een prachtig uitgegeven boek waarin Fredrik Sjöberg, bekend (zweef)vliegen-onderzoeker, zijn passie onder woorden brengt door de lezer mee te nemen in zijn gedachtenstroom. Dat levert een mix van essay, (auto)biografie, reisverhaal en natuurbeschrijving op; een persoonlijke tekst die het leven, de hartstocht, onderzoekt.

Afgelopen week las ik Een verhaal met een angel (uitgeverij Atlas Contact, vertaling Nico Groen) van Dave Goulson. Ook Goulson schrijft met passie over zijn lievelingsinsect: de hommel. In zijn mooie bijenboek vertelt hij over de in Groot-Brittannië verdwenen donkere tuinhommel (deze schijnt ook in Nederland zeer zeldzaam te zijn), over een jaar in het leven van de hommel, over warmbloedige hommels en het introduceren van uitheemse soorten bijen of hommels in Tasmanië, Nieuw-Zeeland en Australië (en de gevolgen daarvan), over hommelsnuffelhonden; over heel veel meer.

De laatste hoofdstukken gaan over bijensterfte (een onderwerp waar Sjöberg zich niet al te veel mee bezig houdt in zijn boek). In Een verhaal met een angel is te lezen dat het gebruik van kunstmest minstens zo dodelijk is als al die bestrijdingsmiddelen:

‘Door goedkope kunstmest op hooivelden te gebruiken groeit gras veel sneller en kan het in lente en zomer vele keren worden gemaaid, wat een grote, betrouwbare voorraad wintervoer oplevert. Een ongelukkig neven-effect is dat het gebruik van kunstmest op hooivelden er al snel toe leidt dat bijna alle wilde bloemen verdwijnen. Klaver en andere vlinderbloemigen, die altijd in het voordeel waren omdat ze stikstof uit de lucht aan zich konden binden, raken dat voordeel kwijt wanneer met stikstofverbindingen (nitraten) wordt gestrooid en leggen het af tegen snel groeiende grassoorten.’ (p. 33)

En dat terwijl bijen en hommels het juist moeten hebben van vlinderbloemigen.

Dave Goulson is een bioloog en wetenschapper, hij denkt in oplossingen. In 2005 besloot hij een ‘liefdadigheidsorganisatie uitsluitend voor hommels’ te starten, de Bumblebee Conservation Trust (BBCT). In plaats van het opkopen van land ‘richt de organisatie zich op samenwerking met landeigenaren en beheerders, maakt ze mensen ervan bewust dat er zeldzame soorten in bepaalde gebieden voorkomen en stimuleert ze waar mogelijk de aanleg van nieuwe bloemrijke leefomgevingen. Een groot deel van die 2000 hectare is er gekomen doordat de BBCT boeren heeft gestimuleerd en geholpen om mee te doen aan milieubeschermingsprogramma's, op grond waarvan ze overheidssubsidie kunnen aanvragen om bloemrijk grasland te creëren en te beheren.’ (p. 279)

Ik vraag me af hoeveel mensen weten dat het niet heel ingewikkeld is om bijen te helpen. Het lijkt vanzelfsprekend dat kunstmest slecht is voor de grond, maar om een of andere reden blijft veel kennis op het oppervlak van ons bewustzijn drijven en dringt het simpelweg niet echt door. We maken zoveel kapot door te knoeien met iets dat miljoenen jaren lang intelligent genoeg was om zichzelf in stand te houden.

Meer dan bioloog en wetenschapper is Goulson liefhebber. Sinds 2003 bezit hij een stukje land met een oud boerderijtje in Frankrijk. In tien jaar tijd heeft hij het ‘grote saaie grasveld dat ik tien jaar geleden kocht langzaam (..) zien veranderen in een gevarieerde bloemenwei’ (p. 257). Ietsje verderop (p. 261) schrijft hij:

‘Ik beschouw het als een grote troost dat de natuur haar rechten weer opeist. In bijna elke wei doen zich vergelijkbare veranderingen voor wanneer je die maar lang genoeg met rust laat, niet telkens omploegt en met chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest overspoelt. De natuur is veerkrachtig en heeft alleen maar een beetje ruimte en een beetje tijd nodig.’

Een verhaal met een angel eindigt met het uitzetten van donkere tuinhommel-koninginnen uit Zweden in Groot-Brittannië. Bij Dungeness werden in 2012 én 2013 koninginnen van de verdwenen soort losgelaten. In de zomer van 2013 vond een bestuurslid van de BBCT een donkere-tuinhommel-werkster. ‘Een werkster betekende dat minstens één koningin een nest was begonnen en in elk geval minstens enkele dochters had grootgebracht’, schrijft Goulson. De natuur is veerkrachtig, hij heeft gelijk. Maar net zo veerkrachtig als de natuur is de mens dom. Niet voor niets eindigt Goulson zijn redelijk optimistische boek met de volgende woorden van Aldo Leopold (schrijver, ecoloog, wetenschapper):

‘Het is de nieuwste loot aan de stam der onwetendheid wanneer iemand van een dier of plant zegt: Wat heeft het voor nut? Brengen flora en fauna in de loop van eonen iets voort wat we waarderen maar niet begrijpen, dan is wie er schijnbaar nutteloze onderdelen van afdankt een dwaas. Het behoud van elk wieltje en elk radertje is de belangrijkste voorzorgsmaatregel voor intelligent herstel.’

5 opmerkingen:

  1. Hommels en bijen zijn zulke interessante en mooie diertjes. Zo bijzonder hoe de natuur in elkaar zit. Dank voor deze tip, Een verhaal met een angel staat nu op mijn lijstje!

    Groetjes,

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. absoluut! Goulson weet dat op een zeer begrijpelijke wijze te vertellen. geniet ervan, alvast.

      Verwijderen
  2. Anoniem17.12.14

    Lang geleden las ik 'De bij' van Bee Wilson (orig. 'The hive: the story of the honeybee and us'). Ik weet niet of het inderdaad zo'n goed boek is als ik me herinner, maar het heeft wel m'n interesse voor dit soort boeken (natuur, geschiedenis, literatuur, de mens) doen ontluiken. Een (voorzichtige) tip. Iets wat perfect aansluit bij 'Een verhaal met een angel' is de (docu)film 'More than honey' - http://www.morethanhoney-film.be/nl/ Een aanrader.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. dank voor de tip, die documentaire ga ik zeker bekijken.

      wat boeiend is, is hoe snel de wetenschappelijke wereld toch veranderd. in zijn boek denkt Goulson een hoofdstuk lang na over hoe bijen toch kunnen weten welke bloemen zojuist door een andere bij zijn bezocht. dit boek schreef hij in 2013, het laatste hoofdstuk zelfs in 2014; ik kwam een nieuwsbericht tegen van eind 2013 waarin werd beweerd dat zowel bijen als bloemen een energieveld om zich heen dragen. raakt een bij het veld van een bloem aan, dan veranderd de lading.

      ik vraag me nu af hoe veel er sinds dat boek van Wilson is veranderd.

      Verwijderen
    2. Anoniem17.12.14

      goh, ongetwijfeld zitten er feiten en gegevens in de film die ook al weer achterhaald zijn (dat zo'n kleine diertjes het begrip tijd zo hard onderuit weten te halen...)

      Verwijderen

//

quoi?

ada limón adrienne rich ali smith alice notley alice oswald anne boyer anne brontë anne carson anne truitt anne vegter annie dillard antjie krog audre lorde bhanu kapil carry van bruggen catherine lacey cees nooteboom charlotte brontë charlotte salomon chimamanda ngozi adichie chris kraus christa wolf claire messud claire vaye watkins clarice lispector david whyte deborah levy durga chew-bose elif batuman elizabeth strout emily brontë emily dickinson emily ruskovich ester naomi perquin etty hillesum f. scott fitzgerald feminisme fernando pessoa han kang helen macdonald henri bergson henry david thoreau hermione lee herta müller jan zwicky janet malcolm jean rhys jeanette winterson jenny offill jessa crispin joan didion john berryman joke j. hermsen josefine klougart kate zambreno katherine mansfield kathleen jamie katja petrowskaja krista tippett layli long soldier leonard koren leonora carrington leslie jamison louise glück maggie anderson maggie nelson marcel proust margaret atwood maría gainza marie darrieussecq marie howe marja pruis mary oliver mary ruefle neil astley olivia laing patricia de martelaere paul celan paula modersohn-becker poetry poëzie rachel cusk rainer maria rilke raymond carver rebecca solnit robert macfarlane sara ahmed sara maitland seamus heaney siri hustvedt stefan zweig susan sontag svetlana alexijevitsj sylvia plath ta-nehisi coates teju cole terry tempest williams tess gallagher tjitske jansen tomas tranströmer tracy k. smith valeria luiselli virginia woolf vita sackville-west w.g. sebald yiyun li zadie smith

Blogarchief