‘Het religieuze tijdperk’ is wat mij betreft een van de mooiste hoofdstukken van dit boek. Del Jordan, hoofdpersonage van ieder hoofdstuk, beschrijft hierin haar intensieve zoektocht naar God. Ze is intelligent en ambitieus, en laat zich niet gemakkelijk overtuigen. Wat mij zo aanspreekt in dit hoofdstuk is haar zeer kritische houding terwijl ze wel degelijk met smart zit te wachten op een openbaring. Del Jordan blijft maar vragen stellen en dat oprechte karakter van haar onderzoek is prachtig:
‘Als ik God kon ontdekken of hem kon terugroepen, zou dat veiligheid betekenen. Dan zou ik bij het zien van de dingen – zoals nu de doffe nerf in het hout van de vloerplanken, de ramen met gewoon glas en daarachter dunne takken en een sneeuwlucht – die vreemde, knagende pijn niet meer voelen die ik daar altijd bij kreeg. Het leek me dat je alleen op die manier de wereld kon verdragen, als je wist dat al die atomen, die ontelbare miljarden atomen, voor altijd veilig waren en in Gods geest rondwervelden. Hoe konden mensen rusten, hoe konden ze zelfs doorgaan met ademen en leven, als ze daar geen zekerheid over hadden? Maar ze leefden verder en hadden die zekerheid dus blijkbaar wel.’ (p. 155; ‘Het religieuze tijdperk’)
Zo blijft ze in Levens van meisjes en vrouwen peinzen, over alles. Misschien is dat ook wel wat mij zo aanspreekt in Munro’s werk, naast haar rake observaties – het mijmerende karakter van veel van haar personages.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten