de vrouwengezichten van een oorlog

De oorlog heeft geen vrouwengezicht van Svetlana Alexijevitsj is bijna uit en het is een afgrijselijk en prachtig en belangrijk boek. Ik houd er niet van om een boek, of wat dan ook, belangrijk te noemen, omdat zo'n beoordeling/waardering vaak te persoonlijk lijkt te zijn. In dit geval is het echter een juist en passend woord: zonder Alexijevitsj' boek zou er weinig kennis zijn van deelname van een groot aantal (vooral jonge) vrouwen aan de strijd van het Rode Leger tegen de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Maar dat is niet het hele verhaal. Na die oorlog werden deze vrouwen algemeen beschouwd als 'niet normaal'. Pas vele jaren later werd de hulp, en het belang van die hulp, van de vrouw tijdens die oorlog publiekelijk erkend. Maar vrouwen die na de oorlog thuiskwamen hadden moeite met het oppakken van het leven. Als bekend werd dat ze tegen de Duitsers hadden gevochten werden ze niet langer serieus genomen als huwelijkskandidaat (reden voor veel vrouwen om te zwijgen over hun oorlogsverleden), of werd die 'abnormaliteit' hun later alsnog kwalijk genomen als er iets fout ging:

‘Ik heb twee kinderen... Een jongen en een meisje. De jongen is de oudste. Een goede, intelligente jongen. Hij heeft gestudeerd, is architect. Maar mijn meisje... Mijn meisje... Ze liep pas op haar vijfde, zei pas mama op haar zevende. Eigenlijk kan ze nog steeds geen mama zeggen, ze zegt moemo en geen papa maar poepo. Ze... Ik denk nog steeds dat het niet waar is, dat het een vergissing is. Ze zit in een gesticht... Al veertig jaar. Sinds ik met pensioen ben, ga ik elke dag naar haar toe. Mijn zonde... (...)
       Ik ben gestraft... Waarvoor? Omdat ik gedood heb misschien? Dat denk ik... Wie oud is heeft veel tijd... Ik pieker en pieker. (...) Ik ben niet boos meer op mijn man, ik heb hem allang vergeven. Toen ik mijn dochter kreeg, keek hij naar ons... Hij is nog een tijdje gebleven en ging toen weg. Hij vertrok met verwijten: Gaat een normale vrouw de oorlog in? Leert ze schieten? Daarom kun je ook geen normaal kind krijgen. Maar ik bid voor hem...
       Misschien heeft hij wel gelijk. Dat denk ik... Het is mijn zonde... (...)
       Laat mijn achternaam maar weg. Laat maar...’ (p.254-255)

Het zijn afschuwelijke verhalen, voornamelijk. Ik geloof niet dat ik eerder een boek las dat de omstandigheden tijdens een oorlog zo helder weer gaf. Modder, dood, honger, dodelijke vermoeidheid. Kapotte zintuigen, dood, soep gemaakt van leer, nog meer dood. Felle haat maar toch ook liefde.

Ik wilde schrijven dat Alexijevitsj de oorlog 'invoelbaar' weet te maken en dat is niet per sé een fout woord, maar het kan niet een geschikt woord zijn omdat oorlog oorlog is, en niet nagebootst kan worden, op geen enkele manier. Toch weet Alexijevitsj iets van een oorlog over te brengen. Dat heeft vermoedelijk te maken met een andere beleving van de oorlog door vrouwen*, en de woorden van niet-professionele schrijvers: het boek staat vol anekdotes, getuigenverklaringen; vol aanhalingstekens. En heel veel puntjes... afgebroken zinnen... Maar door de woorden die voor die puntjes staan, door anderen wél uitgesproken zijn, is het niet lastig te begrijpen wat er met die leegte bedoeld wordt. Ongeveer... Vrouwen blijken oorlog anders te benaderen, hebben niet van te voren gekregen hoe oorlog moet worden ervaren, en komen daarom achteraf, veel jaren later, bij benadering dichterbij. Ook als zinnen blijven stranden.

*Alexijevitsj schrijft hierover:

‘Alles wat we weten over de oorlog weten we via mannen. We zitten vast in mannenvoorstellingen en mannengevoel over de oorlog. In mannenwoorden. Vrouwen zwijgen. Niemand, behalve ik, had ooit iets aan mijn oma en moeder gevraagd. Ook niet aan de vrouwen die aan het front geweest waren. Als die ineens over vroeger gingen praten, vertelden ze niet over hun eigen vrouwenoorlog. Ze vertelden over die van de mannen, ze hanteerden de mannelijke norm.’ (p.9)

‘Mannen verschuilen zich achter de geschiedenis, de feiten. De oorlog fascineert hen als handeling, als botsing van ideeën en belangen. Vrouwen worden gegrepen door gevoelens. Bovendien worden mannen er van jongs af aan op voorbereid dat ze misschien ooit moeten schieten. Vrouwen krijgen dat niet onderwezen en hebben daar geen belangstelling voor. Ze onthouden andere dingen, op een andere manier. Ze zien dingen die voor mannen gesloten blijven. (..) hun oorlog heeft geur, kleur, details van alledag (..).’ (p.16-17)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

//

quoi?

ada limón adrienne rich ali smith alice notley alice oswald anne boyer anne brontë anne carson anne truitt anne vegter annie dillard antjie krog audre lorde bhanu kapil carry van bruggen catherine lacey cees nooteboom charlotte brontë charlotte salomon chimamanda ngozi adichie chris kraus christa wolf claire messud claire vaye watkins clarice lispector david whyte deborah levy durga chew-bose elif batuman elizabeth strout emily brontë emily dickinson emily ruskovich ester naomi perquin etty hillesum f. scott fitzgerald feminisme fernando pessoa han kang helen macdonald henri bergson henry david thoreau hermione lee herta müller jan zwicky janet malcolm jean rhys jeanette winterson jenny offill jessa crispin joan didion john berryman joke j. hermsen josefine klougart kate zambreno katherine mansfield kathleen jamie katja petrowskaja krista tippett layli long soldier leonard koren leonora carrington leslie jamison louise glück maggie anderson maggie nelson marcel proust margaret atwood maría gainza marie darrieussecq marie howe marja pruis mary oliver mary ruefle neil astley olivia laing patricia de martelaere paul celan paula modersohn-becker poetry poëzie rachel cusk rainer maria rilke raymond carver rebecca solnit robert macfarlane sara ahmed sara maitland seamus heaney siri hustvedt stefan zweig susan sontag svetlana alexijevitsj sylvia plath ta-nehisi coates teju cole terry tempest williams tess gallagher tjitske jansen tomas tranströmer tracy k. smith valeria luiselli virginia woolf vita sackville-west w.g. sebald yiyun li zadie smith

Blogarchief