immer fernweh

1

Johanna Kaiser, autodidacte, begon pas op haar zestigste haar schilderscarrière. Ze maakte voornamelijk schilderijen van bloemen die de lijst uit leken te bewegen, maar ook schilderde ze de landschappen die ze miste, of hoopte ooit te mogen zien: Immer Fernweh


2

Het Hollandse licht schijnt iets bijzonders te zijn, er bestaat zelfs een eeuwenoude mythe. Het licht was erg geliefd onder kunstschilders. Joost Zwagerman schreef in zijn essay Hollands licht (opgenomen in zijn bundel Kennis is geluk):

Kunstenaars van elders kwamen hier op culturele bedevaart om het licht te schilderen, van J.M.W. Turner en James Whistler tot Eduard Manet en Claude Monet. Schrijvers die een grand tour door Europa maakten, stonden vrijwel altijd stil bij het ‘ondoorgrondelijke mysterie’ van het licht in Holland. In hun dagboek van 1861 noteerden de gebroeders Goncourt: ‘Aan de hemel altijd en eeuwig die witte en loodgrijze wolken. De bolronde wolken van Ruisdael.’ Iets specifieker was de Duitse schilder Max Liebermann: ‘De nevels die uit het water opstijgen en alles met een doorzichtige sluier omhullen, geven het land dat bijzonder schilderachtige, de vochtige atmosfeer van zachte hardheid van de contouren. En geeft de lucht die tere, zilvergrijze toon: alles schijnt in licht en lucht te baden.’ –

Maar bestaat het wel? Is het Hollandse licht werkelijk anders dan het licht in andere delen van de wereld? Wat is feit, wat is fictie? In deze documentaire, Hollands licht, wordt het fenomeen serieus onderzocht.

Meer:
‘Immer Fernweh’: Holland Doc (hier is tevens een gesprek met regisseur Peter Delpeut te zien: aanrader) & Human & Delpeut en De Ruiter.
‘Hollands Licht’: Hollands Licht.nl.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

//

quoi?

ada limón adrienne rich ali smith alice notley alice oswald anne boyer anne brontë anne carson anne truitt anne vegter annie dillard antjie krog audre lorde bhanu kapil carry van bruggen catherine lacey cees nooteboom charlotte brontë charlotte salomon chimamanda ngozi adichie chris kraus christa wolf claire messud claire vaye watkins clarice lispector david whyte deborah levy durga chew-bose elif batuman elizabeth strout emily brontë emily dickinson emily ruskovich ester naomi perquin etty hillesum f. scott fitzgerald feminisme fernando pessoa han kang helen macdonald henri bergson henry david thoreau hermione lee herta müller jan zwicky janet malcolm jean rhys jeanette winterson jenny offill jessa crispin joan didion john berryman joke j. hermsen josefine klougart kate zambreno katherine mansfield kathleen jamie katja petrowskaja krista tippett layli long soldier leonard koren leonora carrington leslie jamison louise glück maggie anderson maggie nelson marcel proust margaret atwood maría gainza marie darrieussecq marie howe marja pruis mary oliver mary ruefle neil astley olivia laing patricia de martelaere paul celan paula modersohn-becker poetry poëzie rachel cusk rainer maria rilke raymond carver rebecca solnit robert macfarlane sara ahmed sara maitland seamus heaney siri hustvedt stefan zweig susan sontag svetlana alexijevitsj sylvia plath ta-nehisi coates teju cole terry tempest williams tess gallagher tjitske jansen tomas tranströmer tracy k. smith valeria luiselli virginia woolf vita sackville-west w.g. sebald yiyun li zadie smith

Blogarchief