dwalingen: links

Ik lees niet alleen boeken; internet is een rijke bron en zo nu en dan ontdek ik mooie essays, interviews, blogs. Naar het voorbeeld van een (nieuw ontdekt) blog, Time's Flow Stemmed, is dit een overzicht van teksten die ik zeer de moeite waard vind.

I Never Knew How Blue Blueness Could Be: Maggie Nelson's Bluets is een essay over een bijzonder boek dat bestaat uit essays die lyrical genoemd mogen worden. Om een helder beeld te scheppen van wat voor boek Bluets werkelijk is, worden er veel voorbeelden gegeven. (Het is geschreven door Sigrun van sub rosa.)

Tot ik meer van hem kan lezen, lees ik graag over zijn werk en zijn leven: W.G. Sebald. A Visit to W.G. Sebald's Grave: Always returning, geschreven door Teju Cole, bevat een melancholische toon die ik in Sebalds werk verwacht tegen te komen.

Meer Sebald; hij was professor aan de universiteit van East Anglia, en veel van zijn leerlingen waren onder de indruk van zijn persoonlijkheid. In A Watch on Each Wrist: Twelve Seminars with W.G. Sebald schrijft ene Luke Williams over zijn uren met Sebald.

The Art of Nonfiction: Joan Didion is een interview van The Paris Review: ‘Writing nonfiction is more like sculpture, a matter of shaping the research into the finished thing. Novels are like paintings, specifically watercolors. Every stroke you put down you have to go with. Of course you can rewrite, but the original strokes are still there in the texture of the thing.’ (Didion)

The Art of Poetry: Anne Carson; wederom een Paris Review-interview.

© illustratie Anna Maria Johnson
A Visual Approach to Syntactical and Image Patterns in Annie Dillard's Pilgrim at Tinker Creek: Essay & Images probeert (op overtuigende wijze) Dillard's constructie in haar Pilgrim at Tinker Creek uit te tekenen. Onlangs deelde ik Carsons liefdesverklaring aan teksten, dit essay van Anna Maria Johnson is een soortgelijke verklaring, maar op geheel eigen manier (zie afbeelding).

Niet iedereen studeert op een zelfde manier. Zo studeer ik op een misschien wat vreemde wijze: door zelf leeslijsten samen te stellen; door langzaam en goed te lezen; door me te laten leiden en te ontdekken. Het is niet altijd even gemakkelijk, doordat de methode wat onconventioneel is, maar nieuwsgierigheid brengt me veel. Don't Go Back to School: How To Fuel the Internal Engine of Learning vertelt over het boek Don't Go Back to School, en over leersystemen, zelf-educatie. Etcetera. Heel leerzaam, heel boeiend: ‘When you step away from the prepackaged structure of traditional education, you’ll discover that there are many more ways to learn outside school than within.’ (Ook het blog van Kio Stark, de schrijver van Don't Go Back to School, is interessant, en stimulerend.)

Tot slot, aangereikt door Time's Flow Stemmed, een PDF van Rainer Maria Rilke's Letters to a young poet. Een aanrader voor een ieder met artistieke aspiraties (of gewoon liefhebbers van woorden, natuurlijk).

hoogteverschillen

Het is bijna onmogelijk niet te schrijven over de ongewone en interessante vorm van Hoogteverschillen: het bestaat uit een essay (De zonde van hoogte), een kort verhaal (Op vaste bodem), en een memoir (Het verlies van diepte), en de wijze waarop Julian Barnes deze delen met elkaar verbindt is bewonderenswaardig, en mooi, en zorgt er voor dat dit boek een kunstwerkje is.

Het begint al met de eerste zinnen van ieder deel. De zinnen variëren, maar natuurlijk herkent de lezer een al eerder gelezen zin die bestaat uit bijna dezelfde woorden, en ook het ritme komt overeen. Het belang van de desbetreffende woorden is duidelijk.

Door zinnen ook woord voor woord te herhalen worden de verschillende delen, en dus verschillende situaties, gekoppeld, en maakt de schrijver het verhaal dieper en hoger en breder; de lezer ontdekt steeds weer nieuwe parallellen. De verbinding die tot stand komt heeft (natuurlijk) tevens te maken met de metafoor van de luchtballon: opstijgen, hoogte, afstand, aanwezigheid en afwezigheid, dromen, liefde, neerstorten en levend verbranden; deze woorden zijn overal van toepassing (hoewel Julian Barnes ze bijna niet gebruikt). De luchtballon is daarom misschien wel de ‘hoofdpersoon’ te noemen; het is altijd aanwezig.

Het mooiste van de gehele constructie is dat het laatste deel, Het verlies van diepte, het boek afrondt. Het is rauw en eerlijk en wijs en gemeen (op een zeer beleefde manier). We hebben zojuist gelezen over luchtballonnen en de ruimte boven de wolken waar geen stilte heerst, maar de schaduw van stilte (p. 21), over een gedoemde romance die neerstort en verbrandt (of andersom); we kunnen de echo's van deze verhalen nog horen terwijl Julian Barnes over zijn onderwereld spreekt. Wederom merken we de samenhang op. Ik voelde me omsingeld; alles dat ik gelezen had raakte elkaar nu aan.

Barnes’ memoir confronteert ons, de buitenwereld, met zijn wereld, zijn realiteit: de verwoesting staart je recht in het gezicht. Pijnlijk, maar prachtig.

plainwater / my eyes in your back

We kennen allemaal het effect dat een tekst kan hebben. In Plainwater schrijft Anne Carson, in een nawoord, een soort liefdesverklaring aan dit effect:

‘After a story is told there are some moments of silence. Then words begin again. Because you would always like to know a little more. Not exactly more story. Not necessarily, on the other hand, an exegesis. Just something to go on with. After all, stories end but you have to proceed with the rest of the day. You have to shift your weight, raise your eyes, notice the sound of traffic again, maybe go out for cigarettes. A coldness begins to spread through you at the thought; a wish forms. Perhaps it is something about me you would like to know—not that you have any specific questions, but still, that would be better than nothing. I could pour you a glass of wine and go on talking about the sun still upon the mountains outside the window or my theory of adjectives or some shameful thing I have done in the past, and none of us would have to leave just yet.’ (p. 88)

(De rest van dit nawoord is net zo mooi, maar moet eigenlijk gelezen worden met de hoofdtekst, Canicula di Anna, in het achterhoofd.)

Een liefdesverklaring aan teksten, maar misschien is het ook wel bedoeld als troost voor de lezer. De laatste regels van haar nawoord:

‘And yet, having held you in my company so long, I find I do have something to give you. Not the mysterious, intimate and consoling data you would have wished, but something to go on with, and in all likelihood the best I can do. It is simply the fact, as you go down the stairs and walk in dark streets, as you see forms, as you marry or speak sharply or wait for a train, as you begin imagination, as you look at every mark, simply the fact of my eyes in your back.’ (p. 90)

(Daar.)

Plainwater is in zijn geheel indrukwekkend; het is vanzelfsprekend en volledig onherkenbaar. Het is een verzameling; poëzie, proza, essays; iedere vorm lijkt Carson op meerdere wijzen te beheersen. Ik begrijp er weinig van, maar ik vind het mooi: ik lees langzaam en zonder haast. Gelukkig lijkt Anne Carson van voorwoorden, nawoorden, introducties te houden; ze is zich bewust van de lezer (sterker; ik denk dat ze zichzelf ook als lezer beschouwt).

//

quoi?

ada limón adrienne rich ali smith alice notley alice oswald anne boyer anne brontë anne carson anne truitt anne vegter annie dillard antjie krog audre lorde bhanu kapil carry van bruggen catherine lacey cees nooteboom charlotte brontë charlotte salomon chimamanda ngozi adichie chris kraus christa wolf claire messud claire vaye watkins clarice lispector david whyte deborah levy durga chew-bose elif batuman elizabeth strout emily brontë emily dickinson emily ruskovich ester naomi perquin etty hillesum f. scott fitzgerald feminisme fernando pessoa han kang helen macdonald henri bergson henry david thoreau hermione lee herta müller jan zwicky janet malcolm jean rhys jeanette winterson jenny offill jessa crispin joan didion john berryman joke j. hermsen josefine klougart kate zambreno katherine mansfield kathleen jamie katja petrowskaja krista tippett layli long soldier leonard koren leonora carrington leslie jamison louise glück maggie anderson maggie nelson marcel proust margaret atwood maría gainza marie darrieussecq marie howe marja pruis mary oliver mary ruefle neil astley olivia laing patricia de martelaere paul celan paula modersohn-becker poetry poëzie rachel cusk rainer maria rilke raymond carver rebecca solnit robert macfarlane sara ahmed sara maitland seamus heaney siri hustvedt stefan zweig susan sontag svetlana alexijevitsj sylvia plath ta-nehisi coates teju cole terry tempest williams tess gallagher tjitske jansen tomas tranströmer tracy k. smith valeria luiselli virginia woolf vita sackville-west w.g. sebald yiyun li zadie smith

Blogarchief