The man across the street is mowing 40 acres on a small lawn mower.
It’s so small, it must take him days, so I imagine that he likes it. He
must. He goes around each tree carefully. He has 10,000 trees; it’s
a tree farm, so there are so many trees. One circle here. One circle
there. My dog and I’ve been watching. The light’s escaping the sky,
and there’s this place I like to stand, it’s before the rise, so I’m invis-
ible. I’m standing there, and I’ve got the dog, and the man is mow-
ing in his circles. So many circles. There are no birds or anything, or
none that I can see. I imagine what it must be like to stay hidden,
disappear in the dusky nothing and stay still in the night. It’s not
sadness, though it may sound like it. I’m thinking about people
and trees and how I wish I could be silent more, be more tree than
anything else, less clumsy and loud, less crow, more cool white pine,
and how it’s hard not to always want something else, not just to let
the savage grass grow.
Ada Limón, ‘Mowing’, uit de bundel Bright Dead Things.
(Op de website Poets&Writers staat meer poëzie van Limón uit dezelfde bundel, en leest ze ook voor: Bright Dead Things by Ada Limón.)
het nestje van de schuldige
Ik lees momenteel Leslie Jamisons Ontwenning en kwam het volgende tegen:
In haar eerste boek, The New Jim Crow, een verhaal over massa-opsluiting, legt juriste Michelle Alexander uit dat veel van die vooroordelen een veel groter verhaal vertellen over ‘wie als wegwerpartikel wordt beschouwd – iemand die uit de samenleving moet worden verwijderd – en wie niet.’ Het zijn geen incidentele tegenstellingen [..] maar gevolgen van onze behoefte om de een te demoniseren, zogenaamd om de ander te beschermen. (vert. Gerda Baardman en Bart Gravendaal/ Hollands Diep 2018)
Ik moest aan Club Mars van Rachel Kushner (vert. Lidwien Biekmann en Maaike Bijnsdorp/ Atlas Contact 2018) denken. Kushners hoofdpersoon Romy Hall is zo'n ‘wegwerpartikel’. Ze werkte als stripper, was een alleenstaande moeder, en blut, toen ze de man die haar niet met rust wilde laten de hersenen insloeg. Het feit dat de man haar stalkte werd niet belangrijk genoeg gevonden om vermeld te worden tijdens haar rechtszaak; ze werd veroordeeld tot tweemaal levenslang plus zes jaar.
Niet iedereen wordt in even gelukkige omstandigheden geboren, en mensen die met dergelijke omstandigheden moeten leven worden wel eens met argusogen bekeken, alsof ze hebben gekozen voor een leven dat niet overeenkomt met wat over het algemeen van een mens verwacht wordt. En omdat die keuze onbegrijpelijk is (want wat is belangrijker dan succes en aanzien en geld en macht) doen we net alsof die mensen minder echt zijn; alsof hun verhalen en ideeën en verlangens er minder toe doen.
Romy Hall is een van de velen; in Club Mars, in het dagelijks leven (Kushner heeft veel research gedaan, vertelde ze bij Bookworm). De maatschappij heeft deze mensen de rug toe gekeerd: ze worden afgewezen omdat ze dat nest waar ze zich in gewerkt hebben blijkbaar eerst zorgvuldig in elkaar hebben gefrutseld; iedereen is immers de architect van z’n eigen leven, en dus ook moreel verantwoordelijk voor alles dat daar plaatsvindt.
Begrijp me niet verkeerd: veel personages in Rachel Kushners boek, inclusief Romy Hall, hebben zware misdaden gepleegd, maar ‘de details van trauma en armoede waarin de misdrijven zelf lagen ingebed’ (p284) verdienen misschien wel net zo veel aandacht als de daad zelf. Een uitzichtloze straf als tweemaal levenslang plus zes jaar is excessief als je je bedenkt dat Romy Hall handelde uit zelfverdediging.
onze behoefte om de een te demoniseren, zogenaamd om de ander te beschermen; de huidige oplossing is mensen die onacceptabel gedragen vertonen uit te bannen. (Alsof zij die niet op het rechte pad lopen gebruik maken van een macht die ons angst aanjaagt, en ons vredige bestaan bedreigt.) Uitzichtloze straffen te geven. Uit de maatschappij te verwijderen. (Alsof verslaving, armoede besmettelijk is.) Dus: gedraag je, doe wat wij doen, dan mag je blijven. En anders doe je niet langer mee.
*
Rachel Kushner laat in Club Mars meer stemmen klinken dan alleen die van Romy Hall. Zo krijgt bijvoorbeeld ook Romy's stalker ergens aan het eind van het boek ruimte om te praten. Al die stemmen maakten me duizelig, en brachten me aan het twijfelen, maar die veelvuldigheid aan belevingen zorgt er wel voor dat er meer zichtbaar wordt: de waarheid van een verhaal én de andere kant van dat verhaal: ook waarheid.
Niemand is onschuldig, en iedereen is onschuldig. Dus, wat betekent het om iemand schuldig te achten, en wat betekent het om schuldig te zijn?
*
dit is een stugge bespreking maar ik krijg het niet losser. het boek maakt me zo boos dat ik alleen maar kan razen.
natuurlijk gaat Club Mars over meer dan alleen het onrecht dat mensen wordt aangedaan, alleen maar omdat ze recht niet kunnen betalen; het gaat ook over andere dingen (die toch nog altijd tot ellende leiden. sorry, maar het spijt me niet: het is onze eigen schuld): seksisme en racisme en gender, en over waarheid en vrijheid. mensen als Romy Hall worden weggegumd maar er zijn ook mensen als Henry David Thoreau, en Ted Kaczynski: zij die de maatschappij niet accepteren en verdwijnen uit vrije wil; bedenken hoe die maatschappij te veranderen maar dat niet voor elkaar krijgen. omdat geweld niet het antwoord is, en omdat de meeste mensen toch kiezen voor de weg van de minste weerstand.
het is geen ellendig boek, ik beloof het. maar je wordt er wel boos van.
In haar eerste boek, The New Jim Crow, een verhaal over massa-opsluiting, legt juriste Michelle Alexander uit dat veel van die vooroordelen een veel groter verhaal vertellen over ‘wie als wegwerpartikel wordt beschouwd – iemand die uit de samenleving moet worden verwijderd – en wie niet.’ Het zijn geen incidentele tegenstellingen [..] maar gevolgen van onze behoefte om de een te demoniseren, zogenaamd om de ander te beschermen. (vert. Gerda Baardman en Bart Gravendaal/ Hollands Diep 2018)
Ik moest aan Club Mars van Rachel Kushner (vert. Lidwien Biekmann en Maaike Bijnsdorp/ Atlas Contact 2018) denken. Kushners hoofdpersoon Romy Hall is zo'n ‘wegwerpartikel’. Ze werkte als stripper, was een alleenstaande moeder, en blut, toen ze de man die haar niet met rust wilde laten de hersenen insloeg. Het feit dat de man haar stalkte werd niet belangrijk genoeg gevonden om vermeld te worden tijdens haar rechtszaak; ze werd veroordeeld tot tweemaal levenslang plus zes jaar.
Niet iedereen wordt in even gelukkige omstandigheden geboren, en mensen die met dergelijke omstandigheden moeten leven worden wel eens met argusogen bekeken, alsof ze hebben gekozen voor een leven dat niet overeenkomt met wat over het algemeen van een mens verwacht wordt. En omdat die keuze onbegrijpelijk is (want wat is belangrijker dan succes en aanzien en geld en macht) doen we net alsof die mensen minder echt zijn; alsof hun verhalen en ideeën en verlangens er minder toe doen.
nan goldins ‘amanda in the mirror, berlin, 1992’ op de kaft van club mars |
Romy Hall is een van de velen; in Club Mars, in het dagelijks leven (Kushner heeft veel research gedaan, vertelde ze bij Bookworm). De maatschappij heeft deze mensen de rug toe gekeerd: ze worden afgewezen omdat ze dat nest waar ze zich in gewerkt hebben blijkbaar eerst zorgvuldig in elkaar hebben gefrutseld; iedereen is immers de architect van z’n eigen leven, en dus ook moreel verantwoordelijk voor alles dat daar plaatsvindt.
Begrijp me niet verkeerd: veel personages in Rachel Kushners boek, inclusief Romy Hall, hebben zware misdaden gepleegd, maar ‘de details van trauma en armoede waarin de misdrijven zelf lagen ingebed’ (p284) verdienen misschien wel net zo veel aandacht als de daad zelf. Een uitzichtloze straf als tweemaal levenslang plus zes jaar is excessief als je je bedenkt dat Romy Hall handelde uit zelfverdediging.
onze behoefte om de een te demoniseren, zogenaamd om de ander te beschermen; de huidige oplossing is mensen die onacceptabel gedragen vertonen uit te bannen. (Alsof zij die niet op het rechte pad lopen gebruik maken van een macht die ons angst aanjaagt, en ons vredige bestaan bedreigt.) Uitzichtloze straffen te geven. Uit de maatschappij te verwijderen. (Alsof verslaving, armoede besmettelijk is.) Dus: gedraag je, doe wat wij doen, dan mag je blijven. En anders doe je niet langer mee.
*
Rachel Kushner laat in Club Mars meer stemmen klinken dan alleen die van Romy Hall. Zo krijgt bijvoorbeeld ook Romy's stalker ergens aan het eind van het boek ruimte om te praten. Al die stemmen maakten me duizelig, en brachten me aan het twijfelen, maar die veelvuldigheid aan belevingen zorgt er wel voor dat er meer zichtbaar wordt: de waarheid van een verhaal én de andere kant van dat verhaal: ook waarheid.
Niemand is onschuldig, en iedereen is onschuldig. Dus, wat betekent het om iemand schuldig te achten, en wat betekent het om schuldig te zijn?
*
dit is een stugge bespreking maar ik krijg het niet losser. het boek maakt me zo boos dat ik alleen maar kan razen.
natuurlijk gaat Club Mars over meer dan alleen het onrecht dat mensen wordt aangedaan, alleen maar omdat ze recht niet kunnen betalen; het gaat ook over andere dingen (die toch nog altijd tot ellende leiden. sorry, maar het spijt me niet: het is onze eigen schuld): seksisme en racisme en gender, en over waarheid en vrijheid. mensen als Romy Hall worden weggegumd maar er zijn ook mensen als Henry David Thoreau, en Ted Kaczynski: zij die de maatschappij niet accepteren en verdwijnen uit vrije wil; bedenken hoe die maatschappij te veranderen maar dat niet voor elkaar krijgen. omdat geweld niet het antwoord is, en omdat de meeste mensen toch kiezen voor de weg van de minste weerstand.
het is geen ellendig boek, ik beloof het. maar je wordt er wel boos van.
Abonneren op:
Posts (Atom)
//
quoi?
ada limón
adrienne rich
ali smith
alice notley
alice oswald
anne boyer
anne brontë
anne carson
anne truitt
anne vegter
annie dillard
antjie krog
audre lorde
bhanu kapil
carry van bruggen
catherine lacey
cees nooteboom
charlotte brontë
charlotte salomon
chimamanda ngozi adichie
chris kraus
christa wolf
claire messud
claire vaye watkins
clarice lispector
david whyte
deborah levy
durga chew-bose
elif batuman
elizabeth strout
emily brontë
emily dickinson
emily ruskovich
ester naomi perquin
etty hillesum
f. scott fitzgerald
feminisme
fernando pessoa
han kang
helen macdonald
henri bergson
henry david thoreau
hermione lee
herta müller
jan zwicky
janet malcolm
jean rhys
jeanette winterson
jenny offill
jessa crispin
joan didion
john berryman
joke j. hermsen
josefine klougart
kate zambreno
katherine mansfield
kathleen jamie
katja petrowskaja
krista tippett
layli long soldier
leonard koren
leonora carrington
leslie jamison
louise glück
maggie anderson
maggie nelson
marcel proust
margaret atwood
maría gainza
marie darrieussecq
marie howe
marja pruis
mary oliver
mary ruefle
neil astley
olivia laing
patricia de martelaere
paul celan
paula modersohn-becker
poetry
poëzie
rachel cusk
rainer maria rilke
raymond carver
rebecca solnit
robert macfarlane
sara ahmed
sara maitland
seamus heaney
siri hustvedt
stefan zweig
susan sontag
svetlana alexijevitsj
sylvia plath
ta-nehisi coates
teju cole
terry tempest williams
tess gallagher
tjitske jansen
tomas tranströmer
tracy k. smith
valeria luiselli
virginia woolf
vita sackville-west
w.g. sebald
yiyun li
zadie smith