naamloos meer (teju cole)

‘In het holst van de nacht luister je soms op een manier die wellicht niet inspireert tot schrijven of interpreteren, maar die het gehoor scherpt of je doet geloven dat zich onder de aardse werkelijkheid een naamloos meer bevindt, en dat er plaatsen zijn waar de grond niet stevig genoeg is zodat je plotseling een duik kunt maken in de onderaardse waarheid.’

Vertrouwde en vreemde dingen, Teju Cole; p. 112-113.

aliens & anorexia


p. 51: ‘There is a tendency among romantic people to see their lives as grids and mazes, unfolding through an erratic but connected set of lines. These randomly occurring series of casualties may be retrospectively observed to form a pattern…’

p. 81: ‘There is this rhetoric that everyone buys into about things needing to come out [..]. As if, beneath the onion-skin of personalities, there lies the gleaming uncorrupted Human Soul.’

Uit Chris Kraus' Aliens & Anorexia (Semiotext(e) Native Agents, 2013).

i love dick

semiotext(e) native agents, 2006
[ for the record: dit is een samenraapsel van aantekeningen die ik maakte terwijl ik I Love Dick van Chris Kraus voor de tweede keer las. i like it like this ]

*

Ik ben nu even gestopt met lezen omdat ik blijf nadenken over iets dat Chris, of eerder Dick, zei: Mannen verpesten nog steeds het leven van vrouwen. Ja, Dick beweert het en Chris denkt er over na, en over de man die (volgens haar) haar leven verpestte. (Zo nu en dan zegt Dick wel iets zinnigs maar dat maakt ‘m niet minder hufterig.)

Ik heb er moeite mee om iemand die anderen beschuldigt van het verpesten van zijn/haar leven serieus te nemen, mij is altijd verteld dat je gekwetst voelen een keuze is, en die pijn vervolgens jouw eigen schuld. Jeweetwel, dat idee. Maar dat idee haalt (o.a.) het idee van racisme, seksimse onderuit, en het laat geen argument heel. Dat idee zorgt ervoor dat je je nooit zou hoeven te verontschuldigen omdat je je dingen (beschuldigingen) zelf aantrekt (als een kledingstuk? Het past? Ik trek ‘m aan? Dat gezegde. Wie de .. past trekke ‘m aan. Ik ben ‘m kwijt, ik heb een hekel aan gezegdes, laatmaarzitten.) en is dus eigenlijk een techniek jezelf te beschermen tegen conflict en is dus eigenlijk hufterig. Bovendien. Als iemand iets tegen jou zegt, in-your-face, dan is dat persoonlijk bedoeld en is het onmogelijk een dergelijke opmerking te negeren. Je zou kunnen zeggen dat het je niet past maar wie is er niet gevoelig voor kritiek? En dat is ook niet erg. En nadenken, over kritiek of opmerkingen of beschuldigingen nadenken is ook niet erg. Het is wat mij betreft simpelweg een belediging (of: bewijs van gemakzucht, kortzichtigheid?/ maar dat zal wel aan mij liggen) te beweren dat niemand anders ooit schuld heeft aan dingen, dat alle verantwoordelijkheid ligt bij de gekwetste, want dat is onmogelijk. Onmogelijk. En niet waar.

Hoewel ik het er dus niet mee eens ben dat een mens volledige controle kan hebben (dat geldt voor zowel buiten als binnen het hoofd) zit dat idee in mijn systeem gebakken, hoe graag ik ’t ook los wil bikken, kwijt wil, en vond ik dit idee lastig. Maar ook weer niet want ik weet: Dick heeft gelijk: mannen verpesten nog steeds het leven van vrouwen. Dit heeft geen uitleg of voorbeelden nodig. En ik vind het stoer dat Chris vervolgens nagaat of haar dat zelf is overkomen. (Natuurlijk, ze is intelligent en ooit voelde een leraar zich daar ongemakkelijk bij. Hij nam haar niet serieus, suggereerde dat ze misschien meer geld kon verdienen met haar lijf dan met haar brein.)

Ik vind I Love Dick 't best als ik alleen Chris lees; haar gedachten haar ideeën haar fouten haar verlangens haar verleden haar heden. Die Chris begint de boventoon te voeren zodra, noem het toeval, ze haar man heeft verlaten.

*

lebowski publishers, 2016
Maar waarom vind ik I Love Dick zo goed? omdat Chris nadenkt en dingen zegt die niet makkelijk te zeggen zijn, het boek verbergt niets en is zo slim en fuck dit is moeilijk want ik kan het niet zeggen met woorden die niets meer betekenen (superlatieven zijn saai), ik kan alleen zeggen dat ik ervan houd omdat er onbedwingbare angsten, verlangens ter sprake komen, en grote ideeën en vage vermoedens; omdat er heel veel vrouwen worden genoemd die denken of schrijven of hebben geschreven of ooit nadachten; en omdat het aandacht besteedt aan dingen die ik belangrijk vind: ideeën, geschiedenis, de holocaust, kunst, psychiatrie, literatuur, taal. Taal! Mensen in mijn omgeving weten niet langer wat ze bedoelen met woorden, ze zouden net zo goed een ander woord kunnen gebruiken en voor hun gevoel hetzelfde beweren, maar zo werkt dat niet en dat maakt me zo boos, want ik blijf maar zoeken naar nieuwe woorden, zinnen, ideeën, of wellicht bedoel ik gewoon verdieping. De wereld mag van mij steeds groter worden, ook al is die niet altijd even mooi of makkelijk of herkenbaar. En dat is wat ik zo waardeer aan Chris Kraus en I Love Dick, het laat zich niet tegenhouden door grenzen of lelijke/ moeilijke dingen. Niet alleen in dat leven van Chris in I Love Dick, het boek zelf is natuurlijk ook niet te vangen, (zoveel is wel duidelijk dunkt mij) en ik weet niet wát het is (ik heb het nu over genre), maar dat is niet belangrijk, het boek dat hier ligt is belangrijk, de tekst die is gemaakt, de woorden gedacht/ getypt, whatever, het is er en het is belangrijk.

//

quoi?

ada limón adrienne rich ali smith alice notley alice oswald anne boyer anne brontë anne carson anne truitt anne vegter annie dillard antjie krog audre lorde bhanu kapil carry van bruggen catherine lacey cees nooteboom charlotte brontë charlotte salomon chimamanda ngozi adichie chris kraus christa wolf claire messud claire vaye watkins clarice lispector david whyte deborah levy durga chew-bose elif batuman elizabeth strout emily brontë emily dickinson emily ruskovich ester naomi perquin etty hillesum f. scott fitzgerald feminisme fernando pessoa han kang helen macdonald henri bergson henry david thoreau hermione lee herta müller jan zwicky janet malcolm jean rhys jeanette winterson jenny offill jessa crispin joan didion john berryman joke j. hermsen josefine klougart kate zambreno katherine mansfield kathleen jamie katja petrowskaja krista tippett layli long soldier leonard koren leonora carrington leslie jamison louise glück maggie anderson maggie nelson marcel proust margaret atwood maría gainza marie darrieussecq marie howe marja pruis mary oliver mary ruefle neil astley olivia laing patricia de martelaere paul celan paula modersohn-becker poetry poëzie rachel cusk rainer maria rilke raymond carver rebecca solnit robert macfarlane sara ahmed sara maitland seamus heaney siri hustvedt stefan zweig susan sontag svetlana alexijevitsj sylvia plath ta-nehisi coates teju cole terry tempest williams tess gallagher tjitske jansen tomas tranströmer tracy k. smith valeria luiselli virginia woolf vita sackville-west w.g. sebald yiyun li zadie smith

Blogarchief