tuinliteratuur

Ik bevind mij momenteel in de wondere wereld van de tuinliteratuur. In de tuin van Vita Sackville-West is bijna uit en datzelfde geldt voor De tuin die wij maakten van Margery Fish. Op mijn bureau ligt een stapel tuinliteratuur die bestaat uit Mijn tuin (boek): van Jamaica Kincaid, Vrouwen met groene vingers zijn buiten gewoon van Claudia Lanfranconi en Sabine Frank, In your garden again van Vita Sackville-West, en Oudolf Hummelo van Noel Kingsbury en Piet Oudolf bevat.

Laatstgenoemde titel is een uitzondering, het is gemaakt door een man en gaat over een man. Andere titels die ik bestel of op mijn wenslijst zet zijn, bleek plotseling, allemaal door vrouwen geschreven (of hebben een vrouw als onderwerp). Iemand vroeg me waarom ik toch zoveel boeken wilde lezen van/over schrijvers die tuinieren, toevallig allemaal vrouwelijk en uit ongeveer dezelfde periode, en ik had geen antwoord. Ze bracht me het idee zelf dan maar over deze vrouwen te gaan schrijven, wellicht komt dat antwoord dan toch nog. Ik heb echter gemerkt dat het nogal een opgave is om aan de boeken te komen die ik daarvoor nodig denk te zijn (buitenland, abebooks & alibris, creditcards die ik niet heb, etcetera), dus hoe snel ik ga vorderen weet ik niet. (In eerste instantie gaat het om de boeken In your garden, More for your garden en Even more for your garden van Vita Sackville-West.)

Ik besloot eerst te onderzoeken of er niet al is geschreven over al die vrouwen die literatuur schrijven en ook over tuinieren hebben geschreven, een boek waarin een link of idee wordt onderzocht die verklaart waarom vooral vrouwen zo goed aards en liefhebbend over rudbeckia en kamperfoelie en siergras schrijven. Vrouwen met groene vingers zijn buiten gewoon van Claudia Lanfranconi en Sabine Frank bevat een deel dat over Beatrix Potter, Elizabeth von Arnim (haar Elizabeth en haar Duitse tuin staat op mijn wenslijst), Sidonie-Gabrielle Colette, Edith Wharton en Vita Sackville-West, en lijkt dus aan mijn eisen te voldoen, maar ik moet het nog lezen. Andere boeken, als Women and their gardens van Catherine Horwood, gaan niet specifiek over tuin-literatuur-schrijvers, of zijn bloemlezingen, zoals The Virago Book of Women Gardeners. (Desalniettemin ongetwijfeld alsnog de moeite waard en dus staan beide boeken ook op mijn wenslijst.)

Mijn zeer plotselinge interesse voor tuinieren zal ik binnenkort overigens meer aandacht geven, want het is me overvallen en ik begrijp er niets van.

6 opmerkingen:

  1. Hallo Kim, voor je lijstje is er ook nog dit: http://www.boek.be/boek/het-jaar-van-de-tuinier ; ik las het ooit met heel veel plezier. Is geen klassiek tuinboek, maar zeker de moeite.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. merci! dat boek hoort thuis in een serie tuinliteratuur van Gianotten geloof ik, zal het noteren.

      Verwijderen
  2. Als ik ook een duit een zakje mag doen: Katherine Swift schreef een boek over de tuin die ze aanlegde op de plek waar vroeger een klooster was. Het is een meditatief boek vol uitweidingen en zijpaden, waarvan ik vermoed dat het heel goed in jouw huidige preoccupatie past. Mijn bespreking staat hier.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. oh natuurlijk, alle tips zijn uiteraard welkom. hartelijk dank voor de jouwe, het klinkt alvast intrigerend..

      Verwijderen
  3. Wat een ontzettend leuk project! Er zijn ook nog heel wat boeken over vrouwen en moestuinen, maar wellicht leidt je dat te ver van het (tuin)pad af?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. ik houd me (voor nu) zelf bezig met bloemen, planten, kan me nog weinig interesseren voor groenten en fruit maar wellicht komt dat nog. in dat geval zal ik je om tips vragen, dank!

      Verwijderen

//

quoi?

ada limón adrienne rich ali smith alice notley alice oswald anne boyer anne brontë anne carson anne truitt anne vegter annie dillard antjie krog audre lorde bhanu kapil carry van bruggen catherine lacey cees nooteboom charlotte brontë charlotte salomon chimamanda ngozi adichie chris kraus christa wolf claire messud claire vaye watkins clarice lispector david whyte deborah levy durga chew-bose elif batuman elizabeth strout emily brontë emily dickinson emily ruskovich ester naomi perquin etty hillesum f. scott fitzgerald feminisme fernando pessoa han kang helen macdonald henri bergson henry david thoreau hermione lee herta müller jan zwicky janet malcolm jean rhys jeanette winterson jenny offill jessa crispin joan didion john berryman joke j. hermsen josefine klougart kate zambreno katherine mansfield kathleen jamie katja petrowskaja krista tippett layli long soldier leonard koren leonora carrington leslie jamison louise glück maggie anderson maggie nelson marcel proust margaret atwood maría gainza marie darrieussecq marie howe marja pruis mary oliver mary ruefle neil astley olivia laing patricia de martelaere paul celan paula modersohn-becker poetry poëzie rachel cusk rainer maria rilke raymond carver rebecca solnit robert macfarlane sara ahmed sara maitland seamus heaney siri hustvedt stefan zweig susan sontag svetlana alexijevitsj sylvia plath ta-nehisi coates teju cole terry tempest williams tess gallagher tjitske jansen tomas tranströmer tracy k. smith valeria luiselli virginia woolf vita sackville-west w.g. sebald yiyun li zadie smith

Blogarchief