heroines

Ik las gisteren Heroines van Kate Zambreno uit, het boek dat de levens van vrouwen uit de schaduwen van hun beroemde schrijvende echtgenoten sleurt. Het gaat over vrouwen die zelf wilden creëren maar door overheersende mannenmeningen ziek werden verklaard; mad women: een vrouw werd hysterisch genoemd als ze zich niet aldoor bezig hield met het huishouden of de kinderen, als ze zelf nadacht, als ze ambities bleek te hebben; ze mocht niet schrijven, of acteren, of schilderen, want dat was een symptoom van hysterie. Bovendien werd alles wat deze vrouwen wel maakten, gecensureerd. Schrijven over eigen ervaringen was niets waard, het leverde immers slechte literatuur op. Die ervaringen, en soms ook hun schrijfsels, werden daarom maar van hun afgenomen door hun partners. F. Scott Fitzgerald, bijvoorbeeld, schreef over zijn mad woman, en maakte gebruik van Zelda's aantekeningen, maar niet voordat het Zelda werd verboden, door haar man en een dokter, zelf over psychiatrie en haar verblijf in klinieken te schrijven; het werd haar verboden te schrijven over zichzelf. Zambrena omschrijft dit fenomeen als ‘[..) she's not her own author. She's a character.’ (p. 234). Fitzgeralds argument: Zelda was zijn muze. Oh, en er zou naast het genie geen plaats zijn voor een middelmatige schrijver.


Over muzen gesproken — Colette Peignot (Frans schrijfster) was volgens George Bataille de zijne. Na haar dood, ze stierf op haar vijfendertigste aan tuberculose, vond Bataille de volgende zin in nagelaten werk: ‘The poetic work is sacred in that it is the creation of a topical event, ‘communication’ experienced as nakedness.’

Zambreno:

‘This is the moment of clairvoyance for Bataille, that he will later mythologize, as he had just been writing, he says later, the same identical sentence. (They share the same mind, or he shares hers, that is how HE the modernist genius views his muse, Fitzgerald who wanted Zelda to be a “complementary intelligence.”)’ (p. 134)

Heroines is een schitterend, woedend boek.

Heroines gaat natuurlijk over veel meer, maar ik neem dit als voorbeeld omdat ik nu Vrouw van Karl Ove Knausgård lees. En dat voelt raar, want ook Knausgård is getrouwd met een vrouw met ambities. Ze schrijft. En is echtgenoot en moeder. En kampt met een psychische stoornis. Zoals veel vrouwen in Heroines volgens het (aldoor groeiende) DSM-boekje kampen met psychische stoornissen.

F. Scott Fitzgerald had ook psychische problemen, gedroeg zich net als Zelda, maar zij werd in klinieken opgesloten terwijl hij, in vrijheid, dronk. Hij kon doen wat hij wilde, hoezeer hij zich ook bezatte.

Karl Ove Knausgård doet eveneens wat hij wil. Ook hij probeerde zijn angsten, twijfels weg te drinken, deed de stomste dingen terwijl hij dronken was. Hij was (is?) zelfdestructief. Maar niemand vraagt zich af of hij wellicht last heeft van een stoornis.

Ik las begin dit jaar Verbroken beloftes van Jenny Offill en vond het redelijk normaal dat de hoofdpersoon het zo nu en dan zwaar heeft, zich eenzaam voelt, twijfelt aan gemaakte keuzes, boos is op haar echtgenoot, hem verwijten maakt. In recensies, echter, las ik dat de hoofdpersoon depressief zou zijn. Het zal wel, dacht ik. Maar nu vergelijk ik haar met andere personages, bijvoorbeel die lamlul in Ben Lerners fantastische roman Vertrek van station Atocha. Wat is hij dan wel niet? Maar dat boek werd geroemd om zijn humor (tsja). Geen woord (geloof ik) over zijn mentale gezondheid.

Dubbel tsja.
*

Wat ik stom van mijzelf vind, is dat ik nu ga twijfelen aan mijn waardering voor Karl Ove Knausgårds boeken. Want ik vind het mooi werk, het probeert te onderzoeken wat het is om mens te zijn. En dat is wat literatuur, wat mij betreft, moet doen.

Waarom dan twijfels? Het gaat niet om Knausgård. Of om zijn boeken. Of, nuja, half; het gaat erom dat deze dikke ik-boeken bestaan, en succesvol zijn, omdat het door een man is geschreven. Vermoedelijk. Ik ken geen vrouwelijk equivalent, en dat vind ik naar; we bestaan toch wel al enige tijd, we maken een groot deel uit van de mensheid, en toch heb ik (tot nu; tot Heroines) nooit eerder gelezen van/over een vrouw die ruimte inneemt en boos is, twijfelt, wil schrijven maar niet exact weet hoe, die weigert zich te conformeren. Ze heeft zichzelf uitgevonden, moeten uitvinden, zoals we dat allemaal moeten doen. Lang, echter, werd de vrouwelijke ervaring door mannen beschreven (Flaubert die beweert dat hij Emma Bovary is ... — ), werd de vrouwelijke ervaring als ‘hysterisch’ omschreven, waardoor het nog altijd lastig is om als vrouw te lezen over (echte, herkenbare, relevante) ervaringen en levens van andere vrouwen: fucked-up vrouwen, mad women, outsiders en buitenbeentjes, de vrouwen die zich buiten begaande paden bewegen —

ik raad iedereen aan Heroines te lezen.

2 opmerkingen:

  1. Lijkt me een heel interessant boek. Ik zet het zeker op mijn nog te lezen lijstje!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. hoi! oh, you totally should, het is om woest van te worden, zo krachtig.

      Verwijderen

//

quoi?

ada limón adrienne rich ali smith alice notley alice oswald anne boyer anne brontë anne carson anne truitt anne vegter annie dillard antjie krog audre lorde bhanu kapil carry van bruggen catherine lacey cees nooteboom charlotte brontë charlotte salomon chimamanda ngozi adichie chris kraus christa wolf claire messud claire vaye watkins clarice lispector david whyte deborah levy durga chew-bose elif batuman elizabeth strout emily brontë emily dickinson emily ruskovich ester naomi perquin etty hillesum f. scott fitzgerald feminisme fernando pessoa han kang helen macdonald henri bergson henry david thoreau hermione lee herta müller jan zwicky janet malcolm jean rhys jeanette winterson jenny offill jessa crispin joan didion john berryman joke j. hermsen josefine klougart kate zambreno katherine mansfield kathleen jamie katja petrowskaja krista tippett layli long soldier leonard koren leonora carrington leslie jamison louise glück maggie anderson maggie nelson marcel proust margaret atwood maría gainza marie darrieussecq marie howe marja pruis mary oliver mary ruefle neil astley olivia laing patricia de martelaere paul celan paula modersohn-becker poetry poëzie rachel cusk rainer maria rilke raymond carver rebecca solnit robert macfarlane sara ahmed sara maitland seamus heaney siri hustvedt stefan zweig susan sontag svetlana alexijevitsj sylvia plath ta-nehisi coates teju cole terry tempest williams tess gallagher tjitske jansen tomas tranströmer tracy k. smith valeria luiselli virginia woolf vita sackville-west w.g. sebald yiyun li zadie smith

Blogarchief