de thibaults (2)

De Thibaults werd door Roger Martin du Gard geschreven in de periode dat ook Marcel Proust, James Joyce en Virginia Woolf publiceerden. Du Gard bleef trouw aan de klassieke vertelstijl van o.a. Tolstoj terwijl anderen toegaven aan de drang tot vernieuwing. Wel maakt du Gard in De Thibaults gebruik van het innerlijke monoloog en een wisselend perspectief, waardoor zijn personages een enorme diepgang krijgen.

De Thibaults (vert. Anneke Alderlieste) gaat grotendeels over broers Antoine en Jacques Thibault. Antoine kent weinig problemen met zijn vader (medicijnen studeren lag in de lijn der verwachtingen), Jacques wil schrijver worden. Hij is gevoelig en onrustig en leest veel poëzie en literatuur. Zijn wensen voor de toekomst komen niet overeen met wat zijn conservatieve en enigszins wrede vader voor hem in gedachte heeft. Oscar Thibault plaatst zijn zoon dan ook in een verbeteringsgesticht nadat Jacques met zijn goede vriend Daniel poogt weg te lopen van zijn verstikkende thuis. Thibault senior maakt meer kapot dan hem lief is.

Hoewel de Thibaults een aantal overeenkomstige karaktereigenschappen bezitten (‘Er moet in ons karakter een uitzonderlijke combinatie zijn van trots, drift en koppigheid [..]’, aldus Antoine (p. 205)), zorgen andere karaktertrekken voor miscommunicatie. Oscar Thibault weet alles zeker en laat geen ruimte voor twijfel, terwijl Jacques de grootste scepticus is. Antoine hangt ergens in het midden, wat er voor zorgt dat hij zowel zijn vader als Jacques kan begrijpen. Naarmate het verhaal vordert beweegt hij steeds meer richting Jacques, hoewel hij diens behoefte aan ruimte en vrijheid niet helemaal kan volgen.

*

De eigenschappen die Roger Martin du Gard aan zijn personages geeft, de observaties die hij ze laat maken (zelf maakt), zorgen ervoor dat dit boek enorm de moeite waard is. Voorbeeld: een onrustige Jacques glimlacht ‘tegen zijn eigen onmetelijkheid (..). Hij had het gevoel dat hij een wereld was, een wereld vol tegenstrijdigheden, een chaos, een chaos van rijkdom.’ (p. 349) Vervolgens komt du Gard met de volgende passage:

‘Hij stond op van zijn bureau, deed een paar passen, bekeek op de plank de rij boeken die hij had verzameld – sommige al sinds vorig jaar – voor het moment dat hij vrij zou zijn, overwoog bij zichzelf welk hij als eerste zou kiezen, trok een scheef gezicht en liet zich met lege handen op zijn bed vallen.
      Genoeg boeken, genoeg redeneringen, genoeg zinnen, dacht hij. Words! Words! Words! Hij strekte zijn armen uit naar iets ongrijpbaars en stond op het punt te gaan huilen. Kan ik al... leven, vroeg hij zich benauwd af. En opnieuw: ben ik nog een kind? Of ben ik een man?
      Er kwamen heftige verlangens in hem op; hij werd erdoor overstelpt; hij had niet kunnen zeggen wat hij van de toekomst verwachtte.’ (p. 350)

De Thibaults staat vol met dergelijke rijke scènes: Antoine en Jacques hebben beide de neiging veel na te denken over hun doen en laten, niet zozeer om zichzelf gerust te stellen of ergens verantwoording voor af te leggen, maar omdat ze nieuwsgierig zijn naar hun eigen beweegredenen. (De passage die ik gisteren plaatste is daar een ander voorbeeld van: ‘op grond waarvan...?’) Die oprechtheid zorgt ervoor dat De Thibaults een juweel is.

2 opmerkingen:

  1. Een vriendin van mij las onlangs 'Luitenant-kolonel de Maumort' van dezelfde schrijver en raadde mij deze met klem aan. Dat ik uiteindelijk toch gekozen heb voor de Thibaults kwam door een erg praktische overweging, nl dat de Thibaults als ebook verkrijgbaar is en voor zulke pillen vind ik dat toch wel erg prettig. Hij staat nu op mijn reader en nu ik dit van jou gelezen heb, heb ik er veel zin in (maar eerst nog wat andere boeken uitlezen). Heb jij overigens Maumort al gelezen?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. nee, De Thibaults is mijn kennismaking met Roger Martin du Gard. het maakt me zeker nieuwsgierig naar meer, ik ga Maumort in ieder geval noteren. hopelijk houdt Du Gard zich ook in zijn andere werk voornamelijk bezig met de ontwikkeling van zijn personages, hij is daar zó goed in.. veel leesplezier alvast!

      Verwijderen

//

quoi?

ada limón adrienne rich ali smith alice notley alice oswald anne boyer anne brontë anne carson anne truitt anne vegter annie dillard antjie krog audre lorde bhanu kapil carry van bruggen catherine lacey cees nooteboom charlotte brontë charlotte salomon chimamanda ngozi adichie chris kraus christa wolf claire messud claire vaye watkins clarice lispector david whyte deborah levy durga chew-bose elif batuman elizabeth strout emily brontë emily dickinson emily ruskovich ester naomi perquin etty hillesum f. scott fitzgerald feminisme fernando pessoa han kang helen macdonald henri bergson henry david thoreau hermione lee herta müller jan zwicky janet malcolm jean rhys jeanette winterson jenny offill jessa crispin joan didion john berryman joke j. hermsen josefine klougart kate zambreno katherine mansfield kathleen jamie katja petrowskaja krista tippett layli long soldier leonard koren leonora carrington leslie jamison louise glück maggie anderson maggie nelson marcel proust margaret atwood maría gainza marie darrieussecq marie howe marja pruis mary oliver mary ruefle neil astley olivia laing patricia de martelaere paul celan paula modersohn-becker poetry poëzie rachel cusk rainer maria rilke raymond carver rebecca solnit robert macfarlane sara ahmed sara maitland seamus heaney siri hustvedt stefan zweig susan sontag svetlana alexijevitsj sylvia plath ta-nehisi coates teju cole terry tempest williams tess gallagher tjitske jansen tomas tranströmer tracy k. smith valeria luiselli virginia woolf vita sackville-west w.g. sebald yiyun li zadie smith

Blogarchief