hemel en hel

In lange zinnen, soms koud en afstandelijk, soms liefdevol, schrijft Jón Kalman Stefánsson in Hemel en hel over twijfels en herinneringen, over liefde, leven, hemel en hel, over God en Engelen; over de mens. De schrijver stelt eerlijke vragen over lege omstandigheden, soms zo hulpeloos dat je zelf ineens ook zonder antwoorden zit.

IJsland. Kou, sneeuw, ijs. Mensen gaan het water op om te overleven, hoe koud de wind, het water ook is: vis is voedsel, vis is geld: vis is overleven. De IJslanders kennen hun wereld, bedrieglijk en liefdevol. Eén foutje kan die wereld kosten. Het is die meedogenloosheid die een dromer fataal wordt. Bardur.

De scene waarin Bardur sterft is één van de prachtigste, heftigste, van dit boek. Het is geen schok dat hij sterft, in iedere korte beschrijving van Hemel en hel wordt in eerste instantie verteld over zijn dood. De lezer wordt echter eerst nog even geconfronteerd met het mooie mens dat Bardur is. Hij houdt van boeken en poëzie, van zijn vrienden en van de natuur. Hij leefde zo intens, en dat is uiteindelijk wat hem de dood bracht: was hij een klein beetje anders, op welk front dan ook, dan was hij niet zo eng en intens gestorven.

En dan blijft de jongen, een naam heeft hij niet voor de lezer, alleen achter. De eindeloosheid van het niets, van alles dat is verloren, drukt. Op de hoofdpersoon, op de lezer. Iets leren kennen om het vervolgens weer te verliezen. Zo hard, na zo’n prachtige vriendschap. De jongen wil het boek dat Bardur zo lief was, Paradise Lost, terugbrengen naar de echte eigenaar, om zich daarna te verliezen in dat eeuwige, eindeloze niets. Het allerliefst. Als lezer neem je het hem niet eens kwalijk. Hoe vul je een leeg hart? Hoe heel je een hoofd vol zelfverwijt?

Het is zó mooi geschreven, en zonder omwegen. Het is recht door zee omdat het niet anders kan. Ieder personage staat te dichtbij de natuur om te doen alsof. Geen opsmuk, enkel pure zinnen. Soms is dat te veel, maar Jón Kalman Stefánsson breidt zo nu en dan wat afstand door het verhaal. Dan is het alsof de engelen letterlijk van tussen de sterren meekijken.

*

De bergen torenen uit over leven en dood en over de paar huizen die aaneengedrukt op de landtong liggen. Wij wonen op de bodem van een kom, de dag verstrijkt, het wordt avond, de kom vult zich langzaam met de duisternis en dan lichten de sterren op. Ze schitteren eeuwig boven ons alsof ze een belangrijke boodschap hebben, maar wat voor een boodschap en voor wie? Wat willen ze van ons, of eerder misschien: wat willen wij van hen? (p. 9)

Op heldere dagen of wolkeloze nachten is er nauwelijks iets mooiers dan de zee als ze voor zich uit droomt en de maneschijn haar dromen vertolkt. (p. 14)

Het maanlicht is een ander soort licht dan dat van de zon, het maakt de schaduwen donkerder, de wereld geheimzinniger. (p. 36)

Het is gezond voor een mens om alleen in de nacht te staan, dan wordt hij één met de stilte en ondervindt hij een soort van verzoening die echter van het ene moment op het andere in een pijnlijk gevoel van eenzaamheid kan omslaan. (p. 49)

Bardur en de jongen lagen achterover geleund naar de met sterren bezaaide hemel te kijken die ons tegelijkertijd deemoedig en machtig maakt en soms tegen ons lijkt te spreken. Wat hij zegt, streelt voorzichtig onze oude wonden. (p. 62)

Sommige gedichten voeren ons mee naar een plek die woorden, gedachten niet kunnen bereiken, ze brengen je naar de kern zelf, het leven blijft een ogenblik lang stilstaan en wordt mooi, het wordt rein door verdriet en geluk. Sommige gedichten veranderen de dag, de nacht, je leven. (p. 86)

De zin van het leven, is dat de blauwe hemel die we nooit kunnen bevatten? (p. 94)

Wat ben je, leven? Misschien ligt het antwoord besloten in de vraag, in de verwondering die eruit spreekt. Dooft het levenslicht en wordt het duister op het moment dat we ophouden ons te verwonderen, ophouden te vragen en het leven als een gegeven nemen zoals al het andere alledaagse? (p. 201)

5 opmerkingen:

  1. Anoniem10.7.12

    Mooi he? Ik vond het ook een prachtig boek. Er is ook een vervolg, wist je dat? Dat heb ik nog niet gelezen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Het Verdriet van de Engelen, ja! ik kijk er naar uit. er is ook nog een derde deel, dit is echter nog niet vertaald. ik hoop maar dat Anthos daarmee opschiet..

      Verwijderen
  2. Ja, dit is echt een prachtig boek! Het beste dat ik dit jaar al gelezen heb. Ik heb het vervolg ook al gelezen en ga boek 3 ook zeker lezen. Ik vond "Het verdriet van de engelen" wel iets moeilijker te verteren dan "Hemel en aarde", maar alsnog heel mooi.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. om één of andere reden ben ik Hemel en Aarde nog steeds aan het verteren, maar zodra ik merk dat dát over is ga ik Het verdriet van de engelen direct lezen.
      dank voor je berichtje!

      Verwijderen
    2. ik loog. ik kocht het gistermiddag en het zal mijn volgende 'read' zijn. oeps.

      Verwijderen

//

quoi?

ada limón adrienne rich ali smith alice notley alice oswald anne boyer anne brontë anne carson anne truitt anne vegter annie dillard antjie krog audre lorde bhanu kapil carry van bruggen catherine lacey cees nooteboom charlotte brontë charlotte salomon chimamanda ngozi adichie chris kraus christa wolf claire messud claire vaye watkins clarice lispector david whyte deborah levy durga chew-bose elif batuman elizabeth strout emily brontë emily dickinson emily ruskovich ester naomi perquin etty hillesum f. scott fitzgerald feminisme fernando pessoa han kang helen macdonald henri bergson henry david thoreau hermione lee herta müller jan zwicky janet malcolm jean rhys jeanette winterson jenny offill jessa crispin joan didion john berryman joke j. hermsen josefine klougart kate zambreno katherine mansfield kathleen jamie katja petrowskaja krista tippett layli long soldier leonard koren leonora carrington leslie jamison louise glück maggie anderson maggie nelson marcel proust margaret atwood maría gainza marie darrieussecq marie howe marja pruis mary oliver mary ruefle neil astley olivia laing patricia de martelaere paul celan paula modersohn-becker poetry poëzie rachel cusk rainer maria rilke raymond carver rebecca solnit robert macfarlane sara ahmed sara maitland seamus heaney siri hustvedt stefan zweig susan sontag svetlana alexijevitsj sylvia plath ta-nehisi coates teju cole terry tempest williams tess gallagher tjitske jansen tomas tranströmer tracy k. smith valeria luiselli virginia woolf vita sackville-west w.g. sebald yiyun li zadie smith

Blogarchief